Aan de drums in opener “Waiting For The D Train” zou je het kunnen horen: de Japanse mix-meister Cornelius heeft zich bemoeid met de nieuwe plaat van Yoko Ono. Ook zoonlief Sean Lennon – als co-producer en bandleider – speelt een rol op het eerste album van de Plastic Ono Band sinds de jaren zeventig. Yuka Honda (van Cibo Matto) vult tenslotte het kwartet aan. Between My Head And The Sky is vooral een vrolijke en levendige plaat – en dat van een inmiddels 76-jarige legende. Haar gevoel voor avant-garde maakt dat we nog steeds een heleboel kunnen verwachten en ook krijgen van haar. Van de bijna-big beats van “The Sun Is Down!”, via de late avond-jazz van “Memory of Footsteps” tot de bizarre geluiden in “Moving Mountains”, afgewisseld met no-wave funk in “Ask The Elehant!” en electro in “Watching The Rain” en “Unun. To.” De laatste is een retake van “The Sun Is Down!”. Wat ik me wel heel erg afvraag: als Yoko Ono niet mrs. Lennon zou zijn geworden, hoeveel aandacht zou er dan voor deze plaat zijn? Of, iets minder streng geponeerd: in hoeverre is dit niet meer een Sean Lennon-plaat, ingezongen door zijn moeder (waarbij we ingezongen eigenlijk tussen aanhalingstekens moeten zetten: Yoko Ono klinkt sowieso maar zelden als een geoefend zangeres)? Niet om iets af te doen aan de energie en vrolijkheid van een 76-jarige, maar Between My Head AndThe Sky is een bij tijd en wijle aanstekelijk project van een groepje bevriende hipsters uit New York en Japan. Niet meer en niet minder, hoezeer marketingaspecten ons blijkbaar anders willen doen geloven.
mij=Chimera / Konkurrent