Hoe aardig sommige muzikanten ook zijn, de ongecontroleerde bak herrie die ze produceren zal nooit en te nimmer gedeeld worden door het massale muziekpubliek. Sommige bands gaat het niet om een ‘in the liking’-verhaal. Wire was zo’n band, Clint Ruin van Foetus was zo’n muzikant en ook Alan Vega’s Suicide bracht nou niet bepaald fijne cocktailparty-muziek uit. Yvette uit Brooklyn is een duo dat zwaar beukende industrial maakt met snijdende ijzeren geluidsflarden en hopeloze vocalen. Het tweetal maakt duidelijk dat muziek niet altijd comfortabel hoeft te zijn. Sterker nog, Yvette doet gerichte en weldoordachte aanvallen op het uithoudingsvermogen van de luisteraar. De band zoekt de pijngrenzen van haar publiek op. Alsof er een nichemarkt is voor bands die staan te dringen om de soundtrack te leveren voor de martelpraktijken op Guantanamo Bay. Juist bij songs als “Attrition” vraag je je af welke richting een band als Joy Division moet hebben bewandeld als zanger Ian Curtis zichzelf niet had verhangen. Zou de band daadwerkelijk een voorloper zijn geweest van het zwaar monotone industrial- en electro-genre, of was de band geneigd zich te conformeren aan standard wave- en popgroepjes van die tijd? Ik krijg zo’n donkerbruin vermoeden dat Yvette er vanuit gaat dat een man als Ian Curtis zijn eigen pijntjes het liefst wilde omzetten in muziek zodat iedereen kon ervaren wat er in zijn kop en lijf speelde. Nee, dat is niet lekker of comfortabel. Het maakt wel duidelijk dat componeren mensenwerk is en blijft en dat elke snijdende toonsoort of beukende metaalklank door iedereen als hetzelfde ervaren wordt. Yvette mag in elk geval geprezen worden voor zijn tomeloze experimenteerdrift. Dat kun je ook een proces noemen.
mij=Tough Love
4 reacties