Wat blijft er over van mooie kale liedjes, wankel en desperaat gezongen en zo simpel mogelijk opgenomen, wanneer je ze laat spelen door gelouterde muzikanten en er licht protserige arrangementen omheen bouwt? Inderdaad, wankel en desperaat gezongen, maar ietwat gelikt aandoende liedjes. Maar ze blijven zo mooi gezongen en dat – samen met de vreemde teksten – was altijd een van de sterkste punten van het werk van Will Oldham. Nu hij zijn eigen songs uit de tijd dat hij zich tooide met namen als Palace, Palace Music, Palace Songs en Palace Brothers opnieuw gearrangeerd heeft en opgenomen met – naar het schijnt – groten uit de wereld van de Grand Ole Opry, blijft de aandacht getrokken door zijn zang. Nog altijd lijkt het vaak of hij op het punt staat te breken, maar het klinkt allemaal net wat zwieriger en zelfverzekerder, ongetwijfeld door de pedal steel, fiddle, mandoline en andere instrumenten die zijn stem opvangen in een zijdezacht bedje van klassiek aandoende country. Iets minder desperaat misschien en wellicht dat een aantal fans op het verkeerde been is gezet, maar ook dit nieuwe gezicht van de man die zichzelf met elke plaat opnieuw uitvindt, is weer heel bijzonder. Plaat van 2004, tot nu.
File: Bonnie “Prince” Billy – sings Greatest Palace Music
File Under: Breekbare country op een zijdezacht bed