“Zeg, dat walvissengejank heb ik nou wel genoeg gehoord, hoor”, zegt de andere kant van het kantoor terwijl “Smallholding” door de kamer klinkt. Ik krimp ineen. Waddafuk? Dat kun je toch niet menen! Ik zat net weer ademloos en met de mond zo een klein stukje open weg te dromen bij Quiet City, de vierde cd van Pan•American. En bedacht me een fractie voor deze opmerking dat ik voor Quiet City een mooi plaatsje in mijn jaarlijstje zou gaan reserveren. Ik heb het toch niet aan mijn oren? Nee, daar ligt het niet aan, praat ik mezelf moet in. Het ligt aan hem. Maar aan de andere kant: waarom zou iedereen Pan•American mooi moeten vinden? Ik vind genoeg top-40-meuk toch ook geen reet aan? Laat ik me er maar niet teveel van aantrekken. Beter is om dan maar eens de koptelefoon van stal te halen en in mijn uppie te genieten van het schoons dat Mark Nelson voorschotelt. Donkere, sobere post-rock waarin zijn gitaarwerk langzaam danst met een gestaag voortstromende rivier aan elektronica. Als Nelson zingt, dan doet hij dat met fluisterende stem, bijna zonder volume. Ragfijn klinkt er dan her en der flarden flugelhorn en trompet blaaswerk bij van David Max Crawford. Pan•American is stil, heel erg stil en ik word ben er stil van. Walvissengejank, tsk! Luister zelf eens en vertel het in het reageerding?
File: Pan•American – Quiet City
File Under: Voer voor jaarlijst
File Audio: [Begin][Inside Elevation][Het Volk]