CD’s van ‘indiebands met zangeressen die je op een ingetogen manier in je oor fluisteren’ vormen de laatste tijd een groeiende stapel op mijn bureau. Een zelfgekozen tegenreactie tegen de aanhoudende gotische within-forever-evanonsens-meuk waarmee je om de oren wordt geslagen? Nu heb ik het sowieso niet op galmende of schreeuwende vrouwen, alleen PJ Harvey verdient wat dat betreft alle ruimte. Afgelopen jaar luisterde ik in ieder geval met veel plezier naar oude Sundays-platen, Blonde Redhead en Lali Puna. De stapel met “to do” bevat nog mooie plaatjes van Mum, Ephemera en Broken Social Scene. Maar onderaan lag ook nog 27, een band rond zangeres Maria Christopher. Deed zij ook niet mee op ISIS’ Oceanic-plaat? En is deze CD niet uitgebracht op het label waar ook Keelhaul en Pelican hun logge bouwwerken op uitbrengen? Jawel, maar dit is hele andere koek. Een indie-pop EP-tje volgens beproefd principe (denk aan o.a. Aimee Mann bijvoorbeeld). En daarin schuilt in dit geval ook gelijk het gevaar. Maak jezelf maar eens gezien en gehoord in dit overvolle muzieksegment. Daar moet je erg goede liedjes voor hebben. Op dat vlak slaagt 27 maar half helaas. De eerste twee liedjes geven me weinig reden tot klagen, daarna moet er om onduidelijke redenen wat meer geëxperimenteerd worden met elektronica en een verdwaalde mannengrunt. Breekt me toch weer bijna het gotische angstzweet uit. Gelukkig komt de band met een mooie stemmige afsluiter van dit EP-tje waardoor er nog geen man overboord is. Al solliciteert de ene mannelijke schreeuwlelijk nadrukkelijk naar een ijskoud bad.