“Wilt u de nieuwe smaak van Rivella proberen?” vraagt het ingehuurde promomeisje in de plaatselijke supermarkt mij terwijl ik m’n karretje tot een halt breng. Zoals u misschien wel weet, ben ik altijd wel bereid iets nieuws te proberen. Met name als iets een beetje vreemd maar wel lekker blijkt te zijn. De tienkoppige Deense band Efterklang bijvoorbeeld. Met een gezonde experimenteerdrift gaat men in de weer met knisperende elektronica, aanzwellende strijkers en blaasinstrumenten naast hemelse (kinder-)koortjes zonder daarbij uit het oog te verliezen dat er ook nog naar geluisterd dient te worden. De zang laat helaas hier en daar wat te wensen over. Niet dat de dame en heer die dit voor hun rekening nemen erg vals zingen of zo. Ze zingen voor mij doen iets te vaak een beetje mompelend en onverstaanbaar. Dat had van mij wat frisser gemogen. Verder is Efterklang, zoals wel meer bands die wat dichter bij de poolcirkel vertoeven, prima in staat sfeertjes op te bouwen die ik het liefste met de term ongrijpbaar aanduid. Múm, Sigur Rós, Under Byen, dat soort werk. Maar met name door het gebruik van pulserende elektronische glitches weet men zich van deze stijlbroeders en zusters te onderscheiden. Het zijn de prikbubbeltjes die de Rivella zo lekker maken. In die nieuwe Rivella zit trouwens geen prik maar groene thee extracten. Met een welgemeend “gadverdamme” spuug ik het proefmonster terug in het plastik bekertje. Geeft niks hoor, promomeisje, voorlopig kom ik met deze muziek op mijn koptelefoontje toch wel aan mijn portie beetje-vreemd-maar-wel-lekker.
mij=Leaf/Konkurrent