Kan iemand even krabben? Ik krijg namelijk altijd een beetje jeuk van het Amerikaanse protestliedje. Ik kan gewoon meestal niet zo veel met zo’n klaagzang over de gang van zaken in dat land van meneer Bush en consorten. Verpakt zo’n Amerikaan zijn boodschap echter in persoonlijke verhaaltjes dan wil ik daar nog wel eens in meegaan. Uiteraard moet dan wel allereerst de muziek dik in orde zijn. Jason Ringenberg, die u wellicht kent van de hard rockende countryband Jason and The Scorchers, maakt naar mijn smaak op zijn nieuwe soloplaat een pijnlijke valse start. De tekst is behoorlijk politiek geëngageerd (zelfs Disneyland wordt maar weer eens als metafoor gebruikt) en de muziek hakkelt met schijnbare tegenzin vooruit. En net als ik na een niet zo heel erg geslaagde cover van Merle Haggard‘s “Rainbow Stew” de hoop wil gaan opgeven dat dit nog iets gaat worden, slaat de plaat ineens om. Eindelijk word ik alsnog getrakteerd op uiterst genietbare alt.country die gaat over mensen van vleesch en bloed. Verderop glijdt Jason nog heel even uit over een misplaatste (waarschijnlijk grappig bedoelde) polkadeun en het geheel wordt afgesloten met een soort van reprise van de albumopener die gelukkig wat beter te pruimen is. In de liner notes heeft hij het over twee soorten Empire Builders: Zij die bouwen met materialisme en macht en zij die bouwen met hart, ziel en waardigheid. Dat verklaart meteen de tweeslachtigheid van het album. Want ook als inspiratiebron gaat mijn voorkeur dus uit naar de laatstgenoemde groep.
mij=Blue Rose Records / Sonic Rendezvous