Rotterdam heeft het. Op indierock gebied dan. Met name de posthardcore leeft daar als nooit te voren. Neem nou bands als Feverdream, Oil (RIP) en dit Mono, overigens niet te verwarren met de Japanse Mono. Gedreven rock met veel dynamiek, hoekige ritmes, schurende gitaren, hoge bijna-schreeuw zang en inventieve arrangementen. Daar zijn ze erg bedreven in geworden in Rotterdam. Hetgeen ook blijkt uit Mono’s nieuwe werkstukje No Can Dance. En laat ik daar nu net dol op zijn. Ze doen gelukkig niet al te hip met punkfunk en dergelijke, zoals zovelen tegenwoordig plotseling doen (zie Q And Not U‘s laatste plaat). Gewoon strak rocken is voldoende. Het is wel duidelijk dat de optredens die Q And Not U, Fugazi en At The Drive-In in Waterfront gaven hun sporen hebben nagelaten bij dit drietal. Als ze uit Washington DC waren gekomen was deze plaat waarschijnlijk op Dischord uitgebracht. Terecht, want een song als “Star Set-Up” heeft alles wat een goede inventieve rocksong nodig heeft. En ook de rest van de songs staat als een huis. De sound is nog wat Spartaans, je hoort alleen drums, bas, zang en een gitaar, maar dat past precies bij het soort muziek. Die moet je niet volstoppen met productionele foefjes maar gewoon direct op de band klappen. Ik vond het erg jammer dat Oil er de brui aan heeft gegeven, maar Mono staat al klaar om de ruimte op te vullen. Sterker nog, ik vind Mono eigenlijk zelfs nog een graadje beter. Door de songs maar vooral ook door de betere zang.
mij=Zabel / Konkurrent