Te drukke vrijdag brengt weinig echte verrassingen
Voor dag twee van Eurosonic lag mijn focus bewust op de kleinere podia en acts. Waarom? De groter opgezette vrijdagprogrammering mag zich dan wel bedienen van meer podia, meer acts en dus meer verkochte kaartjes, de meeste bezoekers zoeken toch weer de voor de hand liggende zalen op. Dat maakt het uitermate lastig om je hobby ‘bandhoppen’ tot uitvoer te brengen. Voor Huize Maas, waar de Play It Again Sam-labelavond plaatsvond, was het vanaf de eerste band Bettie Serveert al raak. De rij voor de ingang suggereerde minimaal een halfuurtje doorbijten in de kou voordat je binnen zou kunnen geraken. Met in het achterhoofd de wetenschap dat als je eenmaal binnen zou zijn, je binnen zou blijven. Weinig hoopgevend dus. Jammer dat Eurosonic al 3 jaar in dezelfde valkuil stapt.
mij=Tekst en foto's T-tusz
Met voorbedachte rade stapten we daarom de Minerva binnen. De kunstacademie mag een keer per jaar voor poppodium spelen en de eerste band die het deze avond ontvangt heet One Dimensional Man en komt uit Italië. Het is geen onverdeeld succes. In de lichte sfeerloze hal spuwt deze driemanformatie haar meedogenloze noiserock over het publiek uit. Oordopjes helpen nauwelijks tegen het bassige geweld. Het is muzikaal niet echt slecht, maar de manschappen staan er ongemotiveerd bij en het bizarre geluid doet dit concert definitief de das om.
Cosmic Casino speelt gelukkig in een gezellig afgeleefd toneelzaaltje in huize De Beurs. Een optisch fraaie locatie maar met een moeilijke akoestiek: het geluid blijft teveel op het podium hangen. De sympathieke Duitsers spelen hun puntige gitaarrockliedjes gedreven en zonder opsmuk. De band toerde eerder met Slut en The Hives en dat kun je horen. Het publiek waardeert het en kan leven met de geluidstechnische hindernissen die de band parten spelen. Wel mag gezegd worden dat de nummers niet echt opvallend genoeg zijn om over de hele linie te kunnen blijven boeien. Het antwoord op de vraag waarom een kwaliteitslabel als Stickman-records deze band tekent blijft bij mij een raadsel. De lat lag bij releases van Motorpsycho, Slut, Favez en Fireside toch aanzienlijk hoger? Maar wat niet is kan nog komen.
De volgende band mijn lijst staat in Vera. Hot Zex is met stip de foutste bandnaam van dit nog prille jaar. Helemaal als je weet dat de band uit het koude Siberië komt en serieuze muziek maakt. Wanneer de eerste nummers voorbijgetrokken zijn wanen we ons een paar jaar terug in de tijd. Mooie liedjes gevangen in een flinke laag fuzz. VPRO-dj Fons Dellen noemde dit soort muziek ooit 'het stofzuigergenre'; u en ik ken het waarschijnlijk eerder als 'shoegazer-rock'. Luister naar bands als Swervedriver, My Bloody Valentine en Drop Nineteens uit het begin van de jaren '90 en u begrijpt waar deze Russen naar toe willen. Hier en daar een sampler of meelopende ritmetrack, maar meestal waaieren de gitaarklanken breeduit in het volle Vera. Aanrader.
Tiger Lou is helaas al aan de toegift bezig als ik overhaast café de Spiegel in ren. Een ware verademing na alle stevig rockende acts. Rasmus Kellerman uit Zweden is de frontman van Tiger Lou en zorgt met zijn intelligente indiepop voor een subtiel rustpunt in mijn avondprogramma. Even geen gitaarsolo's maar rustig in elkaar geweven akkoorden met ingetogen zanglijnen. Als de nummers die ik heb mogen zien representatief zijn geweest voor de rest van de set, begrijp ik de reactie van het publiek. Helaas blijft het bij één toegift.
Dexter Jones Circus Orchestra komt ook uit IKEA-land en speelt in studentenvereniging Vindicat. Het is inderdaad een degelijk orkestje want naast zichzelf op bas en een drummer heeft Dexter Jones de beschikking over wel vier gitaristen. Tot ingenieuze arrangementen of woeste gitaarstormen komt het niet. De bluesy nummers blijven transparant klinken doordat het merendeel van de snarenplukkers dezelfde partijen blijft spelen. Ook als de band zich begeeft op stonerrockachtige paden blijft het heilige vuur een beetje achterwege. Hier had ik helaas wat meer van verwacht.
Om bij the Beatsteaks te komen moeten we weer half Groningen door. De moeite blijkt tevergeefs. De Minerva stroomt net leeg en te zien aan de bezwete gezichten hebben deze punkrockers uit Duitsland er flink huisgehouden. Met een degelijk festival-cv en een deal met het beroemde Epitaph kon er natuurlijk ook weinig misgaan. Naar verluid kwam er zelfs een daverende cover van the Beastie Boys' “Sabotage” voorbij. Opvallend dat veel Duitsers de gang naar de kunstacademie gemaakt hebben. Hopelijk heeft de band niet al teveel voor eigen parochie hoeven te prediken.
Bij het verlaten van het pand loop ik de programmeur van het leukste Duitse festival tegen het lijf. Zo eindigt mijn avond in een Groningse kroeg: met voldoende bier en de bekentenis dat Sondre Lerche en Tocotronic waarschijnlijk op Haldern-pop 2005 zullen gaan spelen. Ssst! Niemand zeggen!
Betty serveert? Dat ken ik nu wel, zie 🙂
seymour bits gemist blijkbaar?
U heeft de rest wel allemaal gezien? Knap zeg 🙂