Krijgt u ook zo’n springerig blij gevoel van puntige poprock? Wel, Telstar is de Belgische Caesar, zeg maar, en zou u verdomd prettige onderbuikgevoelens kunnen bezorgen. Op hun eerste album #1 uit 2002, dat ding met het blikjeslipje op de hoes, zongen zij nog “I’m so good, so fucking great, nobody’s perfect but I’m an exception” en warempel, wat een leuke plaat. Op het tweede album Too staan twee lichtknopjes voorop en luidt het “More and more is better and nothing is too much too soon” en gaan de heren Telstar klassiek de mist in. Want man, wat een hoop simpele vullers op dit album. Allerlei korte probeerseltjes, een echte zeikballad die het vrolijke #1 nooit gehaald zou hebben (“The Race”) en op de valreep het slechtste titelnummer van het jaar. Gelukkig brandt het licht ook af en toe. Het refrein van “OK” is een feest, met “Waiting for the sun” nazomerde ik al menige treinreis, het prachtig lullige “Beetleking” zit al weken in mijn hoofd en net zo de solo van “You Know A Lot”. In deze duistere dagen van het jaar had ik gehoopt op nog meer vrolijks, maar het is genoeg om George niet te hoeven vragen om Girls Aloud van hem te mogen lenen. En ach, ik heb altijd #1 nog.
mij=Fuzz Records / Rough Trade
File Under: het gaat mis daarzo met de audio link. 🙂
Blijkbaar is de html-kennis toch niet zo goed van dees en geen 😉
Jaaaa, nu weten we het wel. Een “-tje te weinig.
Mon Amour is een van de leukste liedjes uit het jaar waarin het verscheen (2002? 2003?). Heel hard ‘Merde!’ zingen in een punkpopliedje is namelijk heel erg leuk.
Oe! Ja! Maar dat was The Plan, niet Telstar 🙂
Dat was nog eens een tof liedje 🙂