“Er zit ook wel sex in, da’s wel nodig voor ons”
Een vrolijk en uiterst vriendelijk stel, dat Triggerfinger. En dat is niet wat je op het eerste gezicht zou verwachten wanneer je de vuige rockers in hun zwarte kleding – met slangenleren laarzen en vettige bakkebaarden en al – de hand schudt. De muziek mag dan wel ‘vooral niet proper klinken’, in de omgang zijn ze het fatsoen zelve.
Achter de rug van de ontzaglijke tientonner bassist Monsieur Paul is het vrijelijk meedeinen door de dichtgepakte massa naar de catacomben van Vera. Tijdens het instellen van de apparatuur werd ik eerst zelf even aan een klein kruisverhoor onderworpen door de heren van de Belgische driemansformatie.
Zanger Ruben Block: Van welk mediaconcern zijde gij nu ook weer?
FU: Van het grootste concern dat er is…
RB: Zo, en wat mag dat dan wel niet wezen?
FU: Het internet…
RB: Aha, naast het grootste ook meteen het gevaarlijkste concern dat er is…
mij=Door GvA; Foto's George
Ik zag jullie drie maanden geleden optreden in het LVC te Leiden, samen met Face Tomorrow. En waar Face Tomorrow overal lovende recensies krijgt, zijn de recensies van jullie titelloze debuutalbum over het algemeen redelijk, maar niet spetterend. Qua liveshow bleef Face Tomorrow echter ver achter bij wat jullie op het podium brachten: ongezouten gepassioneerde rock. Ligt wat jullie betreft de nadruk op het live spelen?
RB: Het klinkt misschien wat oubollig, maar live spelen is het liefst wat we doen, en dat is dan ook altijd ons uitgangspunt geweest. Een CD opname is een slechts een momentopname in een evolutionair proces. Het laat zien dat je die en die nummers op dat moment op een bepaalde manier speelt, terwijl drie platen verder alles weer net wat anders klinkt.
Live oogst vooral jullie harde werkmentaliteit veel lof.
RB: Live spelen is een heel wisselvallig gegeven. Het hangt af van je humeur, de staat van de zaal en het publiek, dat beïnvloedt allemaal je concert. Maar da's ook wel mooi. Elke keer dat voorgekauwde, daar houden we niet van. Maar dan moet je op de koop toe nemen dat je een paar keer hard op je bek gaat. Maar daar moet u geen schrik van hebben hoor, om volledig op uwe bek te gaan. En eigenlijk is ook dat wel lekker en mooi. Dat houdt uwe voetjes op de grond. Net als met het toespreken van het publiek, daar is dat voorgekauwde ook zo'n gevaar…
Denk aan Danko Jones…
RB: Ja, bijvoorbeeld. Er zijn wel eens concerten waarbij ik van het podium afloop en denk: 'Gast, wat hedde gij toch allemaal gezegd? Speelt gitaar en houde toch uwe smoel!' Maar andere optredens gaan weer heel gemakkelijk.
Hoe is het tot Triggerfinger gekomen?
RB: Er is wel een andere bezetting geweest, maar da's een beetje misgelopen. Ik had toen echter nog wel vijf optredens staan. Ik zat dus twee weken voor showtime zonder band en kwam toen Mario [Goossens, de drummer] tegen en vroeg hem of hij't zag zitten. We speelden nog wel met een andere bassist, maar die kon zijn ei niet helemaal in Triggerfinger kwijt en is uiteindelijk gestopt. We zijn toen bij Monsieur Paul [de bassist] gaan opnemen in de studio en hij is uiteindelijk ook komen bassen.
Wat vinden jullie van het label 'stonerrock' dat vaak op Triggerfinger geplakt wordt?
RB: Het is niet echt stonerrock, maar ja, mensen vergelijken dat nu eenmaal met dingen die ze in hun kast hebben staan. Dan horen ze dus al snel wat Queens Of The Stone Age in onze muziek. Maar het komt ook van The Cult bijvoorbeeld. Ik heb vroeger in een band gespeeld die ook veel in Nederland getoerd heeft, Sin Alley, maar dat ging een beetje een poprichting in. En ik wilde altijd nog wel die smerige sixties garage en rockabilly invloeden in mijn muziek houden en daar iets mee doen. Maar ik wilde ook niet alleen in die scene blijven hangen en heb het dus iets groter en breder aangepakt, et voilà! Maar er zitten ook tragere nummers in en het heeft ook wel een beetje een nachtclub sfeertje. Er zit ook wel… tsja…. sex in, da's wel nodig voor ons. Een hele reeks nieuwe punkgroepjes hebben dat niet bijvoorbeeld. Da's alleen maar hakken hakken hakken, ook leuk, maar niet voor ons.
Maar er worden soms de waanzinnigste dingen over ons geschreven. Er was eens een recensie van Marktrock waarin te lezen was dat we een kruising tussen AC/DC, The Cult of Masters of Reality in hun platenkast hebben staan dan herkennen ze wel weer iets van andere bands en proberen ze het daar in te steken. Zo werkt het toch altijd als je een nieuwe band ziet? Je zegt altijd: 'Het is een beetje als…' Mensen moeten het altijd benoemen om het ergens te plaatsen of te doen thuishoren.
Kunnen jullie al leven van de muziek?
RB: We kunnen er nog niet 100% van leven. Ik werk er nog wel een beetje bij, maar dat probeer ik nu ook zoveel mogelijk af te stoten. Paul heeft de studio. En Mario drumt ook bij Hooverphonic.
Wat is het verschil tussen drummen bij Hooverphonic en Triggerfinger?
Mario Goossens: Triggerfinger is echt een band waar iedereen gelijk is. Bij Hooverphonic gaat de band niet ten onder als ik daar wegga.
RB: Maar 'leven van de muziek' is allemaal relatief hoor, want als je er een x-aantal compromissen voor moet maken dan heeft dat geen zin. In ieder geval niet voor ons. Dus we zien wel waar dat naar toe gaat. Als blijkt dat het mogelijk is met de muziek die wij maken en spelen dan zou dat tof zijn.
Kijk, we hebben – omdat we de plaat zelf opgenomen hebben – de volledige vrijheid gehad om muziek te maken. Mario heeft gezien hoe het met grote maatschappijen werkt, en dat is bij ons gelukkig niet gebeurd. We proberen gewoon goeie nummers te maken die passen in het Triggerfinger verhaal, want uiteindelijk is er wel een soort 'Triggerfingerconcept'. Er zal waarschijnlijk nooit een funknummer door ons gespeeld worden. Niet omdat we dat niet goed vinden, maar in de stapels cassettes muziek die we hebben pik je de Triggerfingernummers er toch zo uit. Je merkt op den duur dat er een soort vibe in zit die bij je past. En dat is de hele grote vrijheid die wij hebben. Ge kunt uw goesting doen en niemand staat er naast en zegt: 'Ge moet dit en ge moet dat'. De enige die tevreden moeten zijn, zijn wij drieën, en daarmee uit.
Wat zijn de plannen voor de nabije toekomst?
RB: In de heel nabije toekomst hebben we een optreden hier in de benedenzaal!
Hoe bereiden jullie je voor? Beetje tv kijken in de kleedkamer?
RB: Nee, als jij weg bent komen de leren pakken naar boven en gaan we sexen! [en na enige hilariteit] Maar het is wel fijn dat we hier mogen spelen vanavond, omdat het toch een showcase festival is met labelbazen en bookers uit Duitsland en Scandinavië enzo. Ons management heeft zich ook wel bezig gehouden met het contacteren van een aantal mensen in de hoop ze hierheen te halen. Dus wat betreft die nabije toekomst zijn wij absoluut geïnteresseerd in het buitenland. Kijk, we hebben nu een licentie bij dit label [Green LF ANT Records] voor de Benelux en verder zijn we nog helemaal vrij. Dus door op Eurosonic te staan proberen we ons nu buiten de Benelux wat meer te profileren. In België zijn we al een tijd goed bezig geweest en hebben we van de zomer veel chique dingen gedaan en zijn we een beetje op de kaart komen te staan. Er valt zelfs wel eens een centje in je eigen portemonnee in plaats van allerlei parasiterende organisaties. En dan heb je weer een beetje ruimte om wat promo te gaan doen in Nederland en dus hebben we daar in september een stuk of 5 concerten gedaan – waaronder het LVC – maar dat doe je dan in feite voor onkosten. Want in Nederland kende natuurlijk niemand ons. In België speelden we al 7 jaar in cafeetjes, festivalletjes etc. Organisatoren daar kennen ons. Maar ook daar besta je pas in muziekland als je een cd hebt uitgebracht. Dan sta je direct op een groter plan en word je serieuzer genomen en krijg je op festivals een betere plek bijvoorbeeld. Een tweede cd kunnen we meteen breder uitbrengen en op den duur – als we het een beetje slim aanpakken – kunnen we er misschien van gaan leven. En dan hoef je ook niet constant in België spelen. Want elk jaar festivals spelen in België is niet goed. Je moet het fris houden. En je ziet een stukje van de wereld!
Ga je vanavond nog op de boxen staan soleren?
RB: Dat weet ik nog niet. Je weet het nooit in de muziek. Bijvoorbeeld dat concert wat wij deden voor 3voor12, dat ging dan bijvoorbeeld heel goed en we kregen allemaal goeie recensies. Maar voor hetzelfde geld gaat het kut en word je compleet afgebrand. Je weet het nooit op voorhand. Het is gek hoe sommige dingen kunnen gaan rollen. Als je die DVD van Aerosmith ziet, The Making of Pump. Dan zie je ergens op de b-lijst van nummers voor dat album “Jamie's Got A Gun” staan.
Monsieur Paul: “Bohemian Rapsody” van Queen mocht niet op de plaat komen: duurde te lang volgens die vent van de platenmaatschappij…
RB: FIRED!