Achteraf bezien was het een paar weken geleden een slechte keuze om naar het concert van Brendan Benson te gaan. Teruggebracht tot slechts zes stalen snaren en een handvol toetsen verschrompelden zijn prachtige (power)pop liedjes tot een bijkans saai gehoor en dito vertoning. Het was niet alleen een slechte keuze van mij, maar ook van Benson, die donders goed had moeten weten dat zijn liedjes juist zo speciaal worden door die mooie arrangementen en koortjes. Gelukkig kan de nare nasmaak van het optreden nu weggespoeld worden met The Alternative To Love. Eindelijk een opvolger voor bijna briljant Lapalco. Dat werd tijd ook, want die plaat stamt al weer uit 2002! De vieze nasmaak van Paradiso verdwijnt als sneeuw voor de zon bij opener “Spit It Out” met zijn catchy melodie en mooie koortjes, maar is ook lekker pakkend rockend. Gelijk is het al onmogelijk om er niet van te houden. Bijgestaan door zijn vaste bandmaatjes Chris Plum (Mood Elevator) en Matt Aljian zet Benson onmiddellijk de juiste toon. Ze weten deze toon, ondertussen vrij refererend aan hele lappen pophistorie, een album lang met speels gemak vast te houden. Zo ademt “The Plegde” iets Phil Spector-achtigs uit en klinkt Benson in “Flesh and Bone” als ware hij het broertje van Carnie en Wendy Wilson dat beter naar hun gezamenlijke vader geluisterd had. Het optreden in Paradiso ben ik ondertussen na de vele draaibeurten van The Alternative To Love wel vergeten, maar ik hoop wel dat Benson wél snel ons land aandoet met een volledige band om deze liedjes ook op het podium tot hun recht te laten komen.
mij=V2