Als ik de naam Radiohead noem, denkt u dan ook: “Pfoewie, ga jij eens even uit mijn leven vandaan”? Tja, het is een wreed lot, Radiohead-fan te zijn. Er wordt wat afgegriend bij de concerten, zo mooi is die muziek. Wij Radiohead-fans maken wel eens grappen onder elkaar, hoeveel zakdoeken en tissues we wel niet meenemen naar concerten. Bij “No Surprises” overspoelt er steevast vanaf de eerste noot een ware tranentsunami het podium. Thom Yorke trekt daarom al jaren een wetsuit aan bij live-optredens. Hij speelt tegenwoordig vooral elektrisch, omdat het water anders zo klotst in zijn gitaar. En de akoestische liedjes doet hij in een rubber bootje. Het is speciaal geïmpregneerd, omdat er ooit een in de fik is gevlogen toen we tijdens “Street Spirit” ook nog allemaal met onze aanstekers stonden te zwaaien. Daar heeft Thom later nog het nummer “High and Dry” over geschreven. Ja, het is een hoop gedoe, zo’n Radiohead-concert. Des te meer respect heb ik voor de 48-jarige conservatorium-pianist Christopher O’Riley, die niet alleen zelf hartstochtelijk fan is, maar ook solo het hele oeuvre van de mannen uit Oxford op zijn vleugel ten gehore brengt. Zijn eerste album True Love Waits was al beeldschoon, en ook tweede Hold Me To This vormt een aanslag op mijn traanklieren. God, wat is dit weer mooi. En ook zwaar, een uur lang puur naar piano op dit niveau luisteren. Maar je wordt ervoor beloond. Alles wat je O’Riley ooit nog wenste te horen doen (“Paranoid Android”!) passeert hier de revue. Het niveau is weer waanzinnig hoog en over elk detail is nagedacht. Sommige bewerkingen zijn ongetwijfeld niet ieders kopje thee (pakweg de jazzakkoorden in “Talk Show Host”) en O’Riley’s baspartijen verworden soms tot een donkere brij, maar als je met twee handen een hele band wilt simuleren moet je keuzes maken. Draai dit met mate, niet teveel achtereen, doe je ogen dicht, vergeet alle pretenties en geniet van de prachtige melodie. En oh ja, Christopher, een goede raad: laat het hierbij. Stop ermee. Na talloze slechtverkopende albums knalde je met True Love Waits naar de top van de klassieke hitlijsten. Nog zo’n derde Radiohead-coverplaat en je wordt commercieel. Word alsjeblieft geen karikatuur.
mij=World Village
Dat klinkt zeker lekker! Muziek komt nu nog beter tot z’n recht doordat die radiohead zanger er niet doorheen hoeft te huilen ;P
Als je op zoek bent naar echt goede pianocovers van Radiohead zoek dan naar Brad Mehldau. Naar mijn weten heeft hij er in ieder geval 2 gemaakt: exit music en paranoid android. Allebei als losse cover op een album. Zoekt en gij zult vinden.
Ik vond die eerste cd al niet te harden, en dan schaamteloos het kunstje nog een keer flikken. GADVER!!
Ik vind het op een gegeven moment een grote brei worden. En dat is geen fijne brei.
Fan van Radiohead zijn is soms zwaar. Zeker als die koekenbakkert er met zijn poten aanzit.
Er valt nog meer te vinden wat betreft Radiohead door het Brad Mehldau Trio. Ik heb een ontspannen versie van Everything in its right place van hen (“zo kan het dus ook” moeten ze gedacht hebben, geen wonder dat die plaat ‘Anything goes’ heet)
Nou, ik heb gezocht, en ik ben niet weg van Brad Mehldau. Hij maakt restaurantjazz, en dan nog van het kwalijke riedelsoort dat niet blijft hangen ook. Zijn happy-go-lucky-versie van Exit Music is echt een verkrachting, en net als je denkt dat hij Paranoid Android in z’n waarde laat begint het ergerlijk grappig bedoelde getwinkel alwéér. Mehldau speelt weliswaar veel helderder en eenvoudiger dan O’Riley, maar ik heb bij Mehldau regelmatig het idee dat ik naar een midi-file zit te luisteren. Waar zit het gevoel, het grote gebaar?
Brad Mehldau’s versie van paranoid android op het album ‘Largo’ is onvoorstelbaar geniaal. Ongeloofelijk, onbeschrijfelijk zelfs, maar je moet er wel echt open voor staan om te horen wat er bedoeld wordt. Enfin, ‘t is een ongeloofelijke versie, misschien voor een zat muziekmoment of zo…
Ik kan me voorstellen dat je dit djingel djangel vindt, maar dan heb je echt niet goed geluisterd hoor.
Een ‘zat muziekmoment’, ja ja 🙂
Hoe het dus verder ging: ik vond voor maar een paar euro ofzo ergens een album van Brad Mehldau (Introducing…), en ik herinnerde me deze discussie, dus kocht ik het ding om hem te checken – voor het geld hoefde ik het niet te laten, en ik heb op zich vertrouwen in mensen die reageren, dat ze me niet opzadelen met Arne Jansen ofzo 🙂
Anyway, ik vond het echt he-le-maal niks. Naderhand Mehldau nog laten horen aan een vriend van me die veel pianospeelt en destijds conservatorium deed. Die kreeg ook ter plekke een diarree-aanval. Ik meen dat ik het ding bij hem heb laten liggen. Zal wel als onderzetter geëindigd zijn ofzo. Enfin, het is wat mij betreft helemaal schluss met Brad Mehldau. Zie ook het stukkie wat George schreef onder mijn naamlink 🙂
Prima als mensen Mehldau niet kunnen waarderen. Maar om het zielloos gepingel van O’Riley boven dat van Mehldau te plaatsen duidt op een gebrek aan muzikale achtergrond.
Gut Paolo, kan het een tandje minder? Het is een mening, niet meer en zeker niet minder. Je eigen mening heilig verklaren door te suggereren dat jij die “muzikale achtergrond” wel hebt, da’s pas erg…
Radiohead – Everything In It’s Right Place (Mike Foyle Remix): ook een mooie bewerking, if you ask me…