Wat er vooraf ging: Een viertal inwoners van Deer Lick Holler, een gat in de Appalachen, besloten op een dag voor hun eigen lol een serie bluegrass versies van AC/DC nummers op te nemen. Tot hun eigen verbazing bleken meerdere mensen die leuk te vinden en zo werden er in binnen een jaar of twee, 100.000 cd’s verkocht. De opvolgers van A HillBilly Tribute to AC/DC deden het niet minder en zorgden ervoor dat de naam en faam van Hayseed Dixie ook buiten de Verenigde Staten groeiden. Waarna een wereldtournee geboekt kon worden en frontman Barley Scotch, afgestudeerd filosofiestudent, op zoek kan naar de roots van zijn scriptie-onderwerp: Schopenhauer. Interviews met Scotch ontaarden al snel in filosofie-lessen.
mij=Door Gr.R.; Foto's George
Reden dus om maar eens bij Scotch aan te schuiven als hij langskomt in Ekko, Utrecht. Alhoewel, dat bleek wat gemakkelijker gezegd dan gedaan. De stagemanager drentelde zenuwachtig heen en weer, het is haar eerste keer en zij heeft haar filosofie-onderricht van Scotch al gehad. Daarnaast stond er ook nog een fotoploeg die nog voor het concert aan het werk moet. Daardoor werd het interview beperkt tot een kwartiertje babbelen. En dat kwartiertje werd abrupt afgebroken, toen de heren hoorden dat ze maar tot 22:00 op konden treden, omdat even later de Gothen zouden komen dansen. Daarom: een korte monoloog van Scotch over de belangrijkste zaken van het leven: Bier, vrouwen en muziek, in willekeurige volgorde, met, gelukkig, nog een toefje Kant en Schopenhauer, gelardeerd door liters Affligem…
“Het is goed om in Utrecht te zijn. Het is een mooie stad. We waren hier al vroeg, dus zijn we vanmiddag hier al de stad in gegaan op zoek naar bier en vrouwen, want als man is je dag toch goed met een pilsje en een “blowjob”. We zijn hier ook maar om onze genen te verspreiden om zo wat weerstand voor ons geslacht op te bouwen. De enige reden waarom er ook oorlog gevoerd wordt; het verkrijgen van wat variatie in de genen-combinaties. Maar even serieus: bluegrass is hoofdzakelijk “bluecollar rock” waarin voorgenoemde onderwerpen al minder een rol spelen. Terwijl ik van mening ben dat Hank Williams (Lost Highway(Gr.R.)) en Bon Scott (Highway to Hell(Gr.R.)) het beiden over de zelfde weg hadden. De muziek mag dan wel anders zijn, de spirit is hetzelfde. En we zitten allemaal in de muziek voor maar twee primaire dingen: seks en drank. Daarom nemen we onze muziek ook niet al te serieus. Nog voor ik studeerde was ik een “serieuze” muziekliefhebber en zat ik, in het zwart, op mijn kamertje de teksten van Bauhaus en Sisters of Mercy te analyseren. En als je merkt dat je daarmee ook niet verder komt dan dat kamertje, dan leer je dat allemaal relativeren. We zijn AC/DC nummers in bluegrass-versies gaan spelen omdat het leuk is. Die jaren op dat kamertje hebben geleerd dat monomane muziekfans niet gezellig zijn en daar wil ik geen pilsje mee pakken. En vrouwen houden daar ook al niet van, van dat monomane. Ik ben een “girlyman”, ik ben gek op vrouwen en daarnaast heb ik ook regelmatig een pilsje nodig om de zaak door te spoelen en om nierstenen te voorkomen. Maar ik weet inmiddels dat de beste nummers slechts vier basis ingrediënten hebben: ze gaan over drinken, vreemdgaan, moord en de hel. Nummers met andere teksten zijn niet relevant. We hebben daarom vanavond een “nieuw” nummer op de lijst staan die aan minstens 3 van de vier categorieën voldoet (“Warpigs” (RH)). Nogmaals bedankt dat jullie ons hier willen laten spelen vanavond. Het is prettig om door Europa te trekken, het geeft mij een beetje de kans om de sfeer van de oude filosofen op te snuiven, iets dat aan de andere kant van de oceaan ontbreekt. Schopenhauer had tenslotte Nederlandse roots.”
En op het moment dat Scotch verder uit wil weiden over Schopenhauer komt voor de tweede keer het verzoek van de rest van de band om naar het podium te komen. Het optreden zou anders maar al te kort worden…
toch kan je wel scribenten… 🙂