“Oostenrijk is voor mij één groot zwart gat als het om popmuziek gaat. Ik kom tot Opus en Falco”, schreef collega Storm een tijdje terug. Dat was voor mij niet anders. Mijn verbazing was dan ook groot toen ik een cd’tje te recenseren kreeg van een hardrock gitarist uit die contreien. En dan geen Teutoonse marsmetal, maar hele echte kop-en-staart-hogeschool-gitaarwerk. Het heerschap in kwestie, Milan Polak, schijnt onder vakbroeders dan ook een stuk bekender te zijn, als je de citaten op zijn site mag geloven. Laat ik maar met de deur in huis vallen: het is hoog tijd dat de man ook buiten eigen kring bekend wordt. Er komen met de regelmaat van de klok instrumentale gitaarplaten uit waar flink met de spierballen gerold wordt, maar dit is een van de betere. Zeker ook omdat Polak met enige regelmaat gas terugneemt voor een mooi dromerige blues, een fijn stukje akoestische gitaar of zelfs een jazzy intermezzo. Qua stijl is er wel enige overeenkomst te vinden met het solo-werk van Steve Lukather: veel variatie, songs waarbij een solo geen 10 noten per seconde hóeft te bevatten en vaak een wat dromerige sfeer. Dat de man een brede smaak heeft, blijkt wel uit zijn samenwerking met onder andere Haddaway en violiste (!) Lidia Baich. Dat hoor je terug in een klassiek stuk van Bach op deze cd, maar vooral in het volwassen en uitgebalanceerde gitaarspel. Voorlopig moet Polak zich nog bedruipen met online lessen en jingles. Wat mij betreft is Polak bij uitstek een gitarist die een groter publiek verdient.
mij=Lion Music / Bertus