Ik neem me al tijden voor om me eens meert te verdiepen in krautrock en de wat minder voorspelbare takken van progressieve rock. Verder dan de grote namen (Magma, King Crimson) ben ik eigenlijk nooit gekomen tot nu toe. Volgens mij valt daar voor mij namelijk nog best wat te halen aan nieuwe ontdekkingen van oude (en vast ook nieuwere) bands waardoor ik nieuwere bands beter kan plaatsen. Als ik dat voornemen nou al eens omgezet had in daden, dan was ik vast en zeker ook wel onder de indruk van Guapo, denk ik. Bovendien had ik ze dan ook al wel gekend. Het Londense trio levert met Black Oni namelijk al hun zesde album af. En als ik de verhalen mag geloven waren de voorgangers minstens zo goed als Black Oni zelf. De tracks op Black Oni – zelf een onderdeel van een trilogie, het derde deel verschijnt later via Neurot – hebben de heren overzichtelijk genummerd in Romeinse cijfers: “I”, “II”, “III”, “IV” en “V”. Vrolijk wordt het nergens op Black Oni. In vijf tracks creëren Daniel O’Sullivan (gitaar, toetsen, elektronica), Dave Smith (drums) en Matt Thompson (bas, gitaar en elektronica) een onheilspellende sfeer. Dat komt vooral ook door het typische Fender Rhodes geluid van O’Sullivan. Helemaal als hij zich op laat jagen door Smith in het Magma-achtige “III” – of jaagt O’Sullivan nou op Smith? – bezorgt het me bijna koude rillingen op de rug. Daar verandert een flinke portie backcatalogue kennis weinig aan.
mij=Ipecac / Bertus