Joepie! Verrassingspakketje van File Under: zes singles van onbekende (Britse) bands die net of net niet een album uit hebben. Dat werd dus songfestival in huize Merie! Omdat slechts drie CD’s meer dan één nummer bevatten, beperkt de jury zich tot beoordeling van de singletrack.
Million Dead – Living the dream (Xtra Mile recordings)
Intrigerend nummer. Opgebouwd vanuit een kabbelend akoestisch gitaarritme met zang die heel in de verte doet denken aan meer symfonische rock, totdat het rockbeest losbreekt en het nummer een opzwepende draai maakt. Zang doet denken aan Headswim. Meest opvallende zin: ‘I always have a song inside my head’. Heel herkenbaar. Willen we wel meer van horen om een beter oordeel te vormen.
Cherryfalls – My drug (Island records)
Heel wat anders dan het vorige nummer. Melodieus, harmonische samenzang, intens. Begint rustig en eindigt in een meeslepend als een mantra herhaald ‘You are my drug you are’. Muziek waar meer Britse bands goed in zijn. Doet denken aan The Unbelievable Truth met een vleugje Verve. Kan wel iets meer pit gebruiken. Toch erg benieuwd naar het album. Voldoende audio op de site als voorproefje.
Metric – Combat baby (Everloving records)
De enige Canadees/Amerikaanse band in het stapeltje. En de enige band met een zangeres. Halen duidelijk hun inspiratie uit elektropop en de jaren 80. Lijkt nog het meest op een band als Elastica, maar heeft niet het brutale, ongepolijste van die band. Hebben wel hetzelfde verveelde toontje. Tourden in het voorprogramma van de Yeah Yeah Yeahs, Hot Hot Heat en The Stills. Hier word ik niet warm of koud van.
Twofold – Hammer to the hornet’s nest (Garvity DIP)
Twofold zorgt voor tweespalt in de jury. Het titelnummer is lekkere boze punkrock met een orgeltje en blazers, waardoor het een vrolijke bijna Blues Brothersachtige sound krijgt die niet zo aansluit bij de tekst. Anders en dus interessant om naar te luisteren. De andere twee tracks op de CD neigen, vooral in de zang, meer naar Amerikaanse hardcore, waardoor Merie afhaakt, maar huisgenoot M. vrolijk door de kamer stuitert.
Agent Blue – Children’s Children (Universal/Island)
Licht maatschappelijk geëngageerd nummer met een new-wave/rocksound. Stem van de zanger heeft de heesheid van Joe Strummer (The Clash) en de snik van de jonge Brett Anderson (Suede). Doet in melodie een klein beetje denken aan een piepjonge U2. Broeierig gitaargeluid onderbouwt een bedrieglijk eenvoudig opgebouwd lijkend nummer. Het eerste plaatje wat direct spanning oproept. Smaakt naar meer! Audio en video-fragmenten op de site.
Smother – Use (Global Warming)
De eerste referentie die dit nummer (van het album Great white hoax) oproept is QOTSA. Maar helaas mist Smother het dwingende, drijvende ritme wat het zo moeilijk maakt om bij QOTSA stil te blijven zitten. Maar ja, Essex is dan ook heel iets anders dan de Amerikaanse woestijn. Heeft daardoor ook niet genoeg spanning in zich om te blijven boeien, maar is in aanzet aardig genoeg om nog eens op te zetten. Audio en video op de site.
And here are ze results of ze Merie-household jury:
Het is erg moeilijk om op basis van slechts één nummer je een oordeel te vormen over bands, maar een gokje durven we wel te wagen. Cherryfalls lijken commercieel de beste kaarten in huis te hebben. Daar zullen we nog wel van horen. Voor Metric bestaat zeker een markt ook al behoren wij daar niet toe. Ook Twofold maakt goede kans om bij liefhebbers van het genre in het CD-rek te belanden. Maar de grote winnaar van ons kleine festival is toch Agent Blue. De enige band die echte opwinding teweegbracht en die we zeker ook eens live willen aanschouwen. Misschien iets voor de volgende (leest u mee mijnheer Kamsma?) London Calling?
Metric is belachelijk schattig!
Je hebt ze al eens gezien? vertel!
Ze zijn stiekem roze konijntjes!