Ik zeg wel eens lacherig dat vrouwen niet gemaakt zijn om te rocken. Tikkie ongenuanceerd, ik geef het toe, maar wel altijd goed voor verhitte gesprekken met mensen die het tegendeel proberen te bewijzen. Maar het aantal namen waar men mee op de proppen komt is vaak toch wel schaars. Sleater-Kinney wordt dan minder vaak genoemd dan eigenlijk zou moeten. Eerlijk gezegd was ik ze ook al een beetje uit het oog verloren. Onterecht eigenlijk, want op basis van hun verleden hadden ze best wat meer krediet mijnerzijds verdiend. Misschien dat ik daarom misschien wel extra veel flink verbaasd en zelfs een tikkeltje overrompeld was bij de eerste draaibeurt van The Woods? Sodeknetters wat wordt er hier gelijk flink van leer getrokken! Niet per se hard, hoewel de productie van David Fridmann (Mercury Rev, Low) tot het gaatje gaat, maar wel ongemeend fel. De gitaristes/zangeressen Corin Tucker en Carrie Brownstein – Sleater-Kinney gebruikt geen bassist maar een laaggestemde tweede gitaar – zijn meer dan ooit in gevecht met het inventieve drumwerk van Janet Weiss, waardoor Sleater-Kinney gepassioneerder klinkt dan ooit tevoren. Vanaf het eerste nummer “The Fox” tot afsluiter “Night Light” is elke noot dodelijk. Zoals in “What’s Mine is Your”, dat start als een QOTSA-achtig nummer, dan even Led Zeppelin aantikt (dat drumwerk, hoei!) en weer terugkeert naar waar het begon. Hoe raak! Net als het maar liefst elf minuten durende “Let’s Call it Love” dat ook al bol staat van de Zep. Chicks that rock. En hoe, poe!
mij=Subpop / Konkurrent
link werkt niet.
Ratten zijn het! Hop! Een track 🙂