Zondagavond is mijn bordspellenavond. Als er geen tentamens roet in het eten gooien, zijn er regelmatig twee vrienden die iets organiseren. Bij de een wordt het Dungeons & Dragons met bier, chips en metal op de achtergrond, de ander nodigt wat vriendinnen van pedagogiek uit voor spellen als Perudo, Bang!, Zombies!, Machiavelli Kolonisten van Catan of iets nieuws. Daar horen natuurlijk sapjes bij, en chocola. En als achtergrondmuziek Joss Stone. Of Moloko. Of de Cardigans. Risicoloze pop met een leuke zangeres, die niet teveel schreeuwt. In precies dat hokje valt Tahiti 80. Het derde album Fosbury van de groep uit Frankrijk staat vol met vrolijke onbezorgde upbeat dreutelmuziek, met optimistische en ronduit oppervlakkige teksten, een groot arsenaal muziekinstrumenten en een gelikte productie. Alleen… heeft Tahiti 80 helemaal geen zangeres. Kijk maar naar de video bij single “Changes”: het is een man! Tja. Daar gaat dan toch een selling point. (Of, zoals een Dungeons & Dragons- compagnon goedkoop zou zeggen, twee) En nu begrijp ik ook waarom mensen de band vergelijken met Phoenix, vanwege de zang. Maar Phoenix kan tenminste songschrijven! Want ook daar faalt Fosbury: ene oor in, andere oor uit. Wel hooks, geen hits. Het leukste nummer van Tahiti 80 blijft “Heartbeat” van het eerste album. Helaas.
mij=Atmosphériques / Bang!
heej.. de derde bordspellengek die hier recenseert… er lijkt haast een verband te bestaan 😉