In het boek Simulacron-3 gebeuren vreemde dingen. De hoofdpersoon neemt gebeurtenissen waar die daarna door alle andere getuigen domweg vergeten blijken te zijn. Zelfs complete huizen verdwijnen in het niets wanneer hij zich even omdraait. Ik zal de clou niet verklappen, maar in het boek van Daniel F. Galouye – en in de film die ervan gemaakt is, The thirteenth floor – blijkt er iemand aan de touwtjes van die wereld te trekken. Robert Plant heeft daar een mooie term voor bedacht: een Mighty Rearranger. Of misschien bedoelde hij daar zichzelf mee, want hij heeft een buitengewoon fraai album afgeleverd. Het is voor de hand liggend om het meteen te vergelijken met Led Zeppelin, maar dat vind ik eerlijk gezegd een beetje flauwekul. Natuurlijk zijn er volop vergelijkingen te trekken, maar Plant was nu eenmaal ook een belangrijk onderdeel in die band. In zijn solocarriére hoor je dus logischerwijs Led Zeppelin-dingetjes terug. Die carriére werd echter ook getekend door allerlei uitstapjes in het gebruik van electronische instrumenten die niet altijd even gelukkig uitpakten. Hij lijkt nu op deze plaat de juiste balans gevonden te hebben tussen electronica en exotische instrumenten als de bendia en de tehardant. In twaalf songs weet Plant met zijn band The Strange Sensation een sfeer op te roepen die tegelijkertijd heel vertrouwd en heel ongewoon is. Klanken uit de jaren-zeventig-rock worden verbonden met moderne electronische klanken èn met klanken uit andere delen van de wereld. Aan deze plaat is geen moment bedacht of onecht, je hoort alleen passie en overgave. Alle bandjes die zo intens proberen het authentieke gevoel in hun muziek te krijgen hebben weer iets om hun tanden op stuk te bijten. Zò aan de touwtjes trekken vereist een groot muzikant…
mij=Sanctuary
heb plaat net voor de 1e keer gehoord, had niet gedacht dat Plant op z,n ouwe dag nog zulke goede muziek kon maken. Doet niet onder voor Ledzep.
Great: YES! Zeppelin: NO. This concert reminded me very much of Jimmy and Robert’s No Quarter.