Terwijl achter me de spiegelbol nog maar een keer om zijn as draait, schuifel ik stap voor stap naar de zijkant van de dansvloer. De houten vloer plakt onder mijn zolen. Een mengsel van gemorst bier, breezers en danszweet. Alsof die vloer me nog niet wil laten gaan. Ik pauzeer en kijk nog even om. Lichamen lijken zich in slow motion te bewegen, badend in het licht van strobes en flowers. Ik knik met mijn hoofd mee op de beat – &eactue;&eactue;n twee drie vier één twee drie vier. Ik gaap. Het is nog vroeg op de avond. Ik vermoed dat het hier nog wel even door gaat en dat zal vast ook wel lukken zonder mijn aanwezigheid. De bastonen plagen mijn onderbuik in een poging me over te halen om te blijven. Zoals ze dat altijd al deden. Een echoënde vrouwenstem probeert me te verleiden en fluistert dat ze denkt dat ze het nu voelt. Dat het zo goed voelt. Zoals ze dat wel vaker deed. Alles is gewoon bij het oude gebleven. Alsof de speler de afgelopen tien jaar op repeat heeft gestaan. Die oude geluiden voelen echter niet vertrouwd. Het is er hierdoor eng benauwd geworden en ik heb behoefte aan wat frisse lucht. Ik hervat mijn weg richting de uitgang. De beat verstomt en verwordt tot een doffe dreun in de verte. Het is mooi geweest. Vier drie twee één… nul.
mij=Swirl / Coast to Coast
precies. 🙂
Ik vraag ‘t gewoon nog één keer, en dan hou’k er over op: wordt Re:Birth.One nog besproken (wel zo’n beetje toegezegd door Coen), of niet?