Het leven als rocker is zwaar. Sommigen moeten met één arm leren drummen omdat ze hun auto tegen een boom parkeren, anderen moeten bij elkaar geraapt worden na het iets te enthousiast uitproberen van een quad. Maar goed, daarvóór heb je in elk geval wat lol gehad. Dat kon bassist Tony DeNardo van The Muggs niet zeggen toen hij aan één kant van zijn lichaam verlamd raakte door een beroerte. Maar The Muggs hebben gewacht op zijn herstel, DeNardo leerde met één hand op een Fender Rhodes de baslijnen spelen en de debuut-cd kon alsnog uitgebracht worden. Het wachten is de moeite waard geweest, want dit powertrio weet een ouderwets lekkere partij vuige bluesrock neer te zetten, lekker losjes gespeeld en zo aanstekelijk als wat! Zeker, een verschil met een normale basgitaar is best te horen, maar DeNardo laat zien dat een Fender Rhodes samen met de drums van Matt Rost óók een perfecte basis kan neerleggen voor de smerige bluesy gitaar van Danny Methric. Hun sound ligt in debuurt van The Datsuns en The Black Crowes, maar vooral bij klassieke bands als Cream en Humble Pie. Bas(piano) en drums zijn hard en meedogenloos in een rotsvast ritme, de gitaar heeft een lekker gruizige klank en vult moeiteloos de sound op met logge akkoorden en juweeltjes van solo’s. In dit genre zijn de beste gitaristen te vinden, invloeden van Jimmy Page en Rory Gallagher zijn duidelijk hoorbaar, maar Methric lijkt moeiteloos bij de top aan te haken. Wat een wereldgitarist! De zang van Methric is zoals je die verwacht bij een powertrio: adequaat, maar niet meer dan dat. Het draagt alleen maar bij aan de bluesy feel van The Muggs. Naar eigen zeggen zijn The Muggs “the ugliest band in the world”. Als je zo kunt spelen zal niemand zich dáár druk om maken…
mij=Times Beach / Bertus