Begin vorig jaar verraste Bikini Atoll me met hun ijzersterke debuut Moratoria. Ik vond het wel jammer dat ik daar uiteindelijk hier in Nederland een beetje alleen in leek te staan. Het is er wel de muziek voor. Desolaat en donker.Toch moet er voor mijn gevoel een veel groter publiek zijn dat zich aangesproken zou moeten voelen door hun intense donkere rock die refereert aan zware kost als Sonic Youth en Joy Division, maar ook aan lichter verteerbare spijzen als U2 (zonder het eeuwige optimisme van hen gelukkig), Echo & The Bunnymen en Waterboys. Eigenlijk omarmen ze dus wel de nu hippe jaren tachtig, maar ze zitten wel op een andere golflengte dan al die trendy bandjes van nu. Dat is vast weer hun pech, maar wie weet, misschien dat Bikini Atoll nu meer geluk heeft, want dat een ijzersterk debuut best nog wel overtroffen kan worden bewijzen ze met hun tweede album Liar’s Exit. Aan de hand van Steve Albini heeft Bikini Atoll in slecht twee weken tijd in Albini’s studio hun sound verder uitgediept en vastgelegd. Rauw en eerlijk zijn de sleutelwoorden wel vaker bij Albini, en dat werkt lang niet altijd goed voor elke band. Bij Bikini Atoll werkt het absoluut. Neem bijvoorbeeld de hypnotiserende eerste single “Eve’s Rib”, of het afsluitende “Secret Filming” dat net als het laatste nummer van Moratoria (“Desolation Highway”) nadrukkelijk solliciteert naar een plek op een soundtrack. Misschien brengt dat een verdiende doorbraak teweeg?
mij=Bella Union / Bang!