‘No one laughs with King’s X’
Het moet een koddig gezicht geweest zijn: in de lobby van een sjiek, maar stoffig hotel, vol zware leunstoelen, zit een rijtje al dan niet langharige oudere jongeren met vage t-shirts en een grote neger met geblondeerde dreads bovenop z’n hoofd. Het was interviewtijd voor King’s X-zanger/bassist Doug Pinnick in verband met het nieuwe album Ogre Tones. Pinnick had duidelijk last van jetlag, maar nam rustig de tijd om de vragen te beantwoorden.
mij=Interview: Prikkie
Tot nu toe hebben jullie de albums meestal zelf geproduceerd, vooral Ty (Tabor, gitarist) hield zich daarmee bezig. Voor dit album hebben jullie voor het eerst gekozen voor een producer van buiten, Michael Wagener. Wat was de reden daarvoor?
“Omdat we het hiervoor niet konden betalen, haha! Maar we hebben ook enorm geluk gehad met Michael. Hij heeft in de jaren tachtig heel veel klassieke bands geproduceerd, vooral Accept's Balls to the Wall heeft een fantastisch geluid. Bij een optreden in Nashville, waar Michael woont, was hij komen kijken. Toen hij backstage kwam gaf hij al aan ons graag te willen produceren. Daar waren we wel heel blij mee, maar we zeiden al dat we hem niet zouden kunnen betalen. Sinds in de jaren negentig de hele rockbusiness op z'n gat ging is het voor ons financieel alleen maar krapper geworden. Maar Michael zei dat hij ook amper nog werk had, omdat hij vooral als eighties rock-producent werd gezien. Bovendien wilde hij heel graag met ons werken. Hij zei: 'Als jullie me zoveel betalen dat ik in die tijd m'n rekeningen kan betalen, dan wil ik het graag doen!' Uiteindelijk heeft hij het dus voor veel minder dan gebruikelijk gedaan. In feite hebben we het betaald met wat we nog overhadden van het live-album. Konden we daar meteen iets voor goedmaken.”
Je was niet tevreden met het live-album?
“Helemaal niet. We waren toen vijf of zes jaar op tournee geweest en ik had steeds meer stemproblemen gekregen. Na die tour was m'n stem bijna naar z'n grootje. Optredens waren daarom ook gewoon niet leuk meer. Naderhand zaten we die banden af te luisteren, maar na een stuk of dertig banden hadden we echt zoiets van pffff …”(maakt wegwerpgebaar)
“Ik had ook nooit een vocal coach gehad. Toen ik die ooit een tegenkwam zei die ook meteen dat ik meer in m'n eigen stembereik moest zingen. Vooral op de eerste platen zong ik veel hoger en buiten m'n eigen bereik. Daardoor overbelast je je stem. Nu de zangpartijen een stuk lager zijn scheelt dat al een stuk. Maar ik blowde ook nogal wat vóór de optredens, dat doe ik nu ook niet meer. Ik doe dat nu zoals Ronnie James Dio, ná de optredens. Maar na de vorige tour was ik bang dat m'n stem te ver heen was om nog ooit te kunnen zingen. Maar ik woon alleen, dus ik heb in de tijd dat King's X stillag m'n stem kunnen sparen en het is gelukkig nog goed gekomen.”
Maar nu heb je dit album opgenomen, is er net een solo-album uit en er komt ook nog een album uit met The Mob. Je kunt niet zeggen dat je het rustig aan doet met je stem.
“Jawel hoor. Het opnemen van zo'n plaat kost steeds maar een week of twee, verder heeft je stem veel rust.”
Op het nieuwe album is de achtergrondzang mooier dan ooit. Hoe is dat tot stand gekomen?
“Ty en Jerry” (Gaskill, drummer) “waren nooit zo dol op zingen. In de tijd dat we ons nog druk maakten om succes ging hun zang ook naar de achtergrond. Je wilt graag scoren, dus je verandert weer eens wat dingen. Bij Dogman maakten we het bijvoorbeeld allemaal een stuk heaviër. Nu hebben we dat weer naar voren gehaald.”
Hoe lang hebben jullie over het maken van de plaat gedaan?
“De demo's waren al complete songs. Op twee na heb ik alle songs in m'n eentje geschreven. Ik was in overdrive of zo, dus dat ging vanzelf. Ty en Jerry vonden ze prima, dus we zijn gewoon met die songs doorgegaan. We hebben uiteindelijke twee weken in de studio gezeten en daarna heeft Michael de mix in nog eens twee weken gedaan.”
Was je daar niet zelf bij betrokken? Dat lijkt me een raar gevoel, zo'n plaat is toch een beetje je kindje.
“Ach, we wisten al wat Michael kan, dus dat scheelt. Bovendien is dat waar hij nou eenmaal het beste in is. Je moet het zo zien: wij hebben het kindje gemaakt in de studio en hij moet het vervolgens aankleden. We zijn in elk geval heel blij met het resultaat.”
Jullie houden er wel van om merkwaardige geluidsfragmenten te gebruiken. Zo hebben jullie al een keer onder andere Nederlandse tongue twisters gebruikt (bijvoorbeeld “Achtentachtig prachtige grachten” op Please come home, Mr. Bulbous) en nu een reclametekst voor Edison's fonograaf.
“Ha, je hebt ontdekt wat het was! Ja, we waren op zoek naar een of ander fragment en Michael had een cd vol van zulke fragmenten. Toen we deze hoorden was het eigenlijk meteen duidelijk. Wat is er nou meer toepasselijk dan een reclametekst voor de fonograaf op een cd?”
Het heeft wel een titel gekregen, “Bam”. Waar komt dat dan vandaan?
*grijnst* “We wilden iets doen met één zware uithaal op de instrumenten en dat laten uitsterven. “Bam!” Aanvankelijk hadden we dat aan het einde van “Get Away”, een vrij rustig nummer. Maar toen we dat hadden gedaan vonden we dat een stap te ver gaan, we zouden er de hele sfeer van de song mee verknallen. Dat was too much. Maar toen we het als apart stuk deden, hadden we er nog iets bij nodig, dus toen kwamen we op het idee van een geluidsfragment zoals dat van Edison.”
De titel, “Ogre Tones”, waar komt die vandaan?
“We hadden eigenlijk de titel Landscape voor dit album, maar de platenmaatschappij vond dat niet zo'n goed idee, ze vonden hem te vlak. Toen zijn we teruggevallen op de namen die we gebruikten toen we voor sommige songs nog geen titel hadden. Ken je Queen II? Daar staat een nummer op dat “Ogre Battle” heet. We gebruikten als werktitels daarom “Ogre Tones”, “Ogre Battle”, “Ogre III”… Vandaar die albumtitel.
Het blijft merkwaardig: jullie songs zijn enorm melodieus en goed beschouwd ook retecommerciëel – commercieel met klasse, zoals bijvoorbeeld ook Extreme dat kon – en allerlei andere bands, Queens of the Stone Age, Soundgarden, Stone Temple Pilots, gaan er vandoor met dingen uit jullie sound en scoren daarmee enorm. De kritieken zijn altijd goed en jullie hebben een behoorlijke fanschare, maar dat moet toch steken.
“Tja, dat is nu eenmaal zo. Als ik een song schrijf, probeer ik ook iedere keer weer een hitsong te schrijven, maar als het grote succes uitblijft kan ik daar ook niets aan veranderen. Vroeger probeerden we nog echt zaken te veranderen om toch dat grote succes te hebben, maar dan doen we nu niet meer. Nou ja, ze nemen ons ten minste serieus – no one laughs at King's X…”
Brengen jullie afzonderlijk nog allerlei invloeden mee in de muziek of zitten jullie sowieso al op dezelfde golflengte? Jullie hebben er altijd een hele duidelijke sixties- en seventiesvibe in zitten.
“Ach, we zijn allemaal kinderen van de seventies, dus we houden van dezelfde muziek. Captain Beyond, Black Sabbath, Deep Purple, Dio….
Ty is ook dol op funk, vooral de Isley Brothers, en Jerry is helemaal gek van Grand Funk Railroad. Maar je kunt niet zeggen dat we heel verschillende dingen inbrengen.”
Hoe schrijf je je materiaal? Probeer je het wat algemener te houden of ga je toch van persoonlijke dingen uit?
“Ik probeer het wel wat algemener te houden, maar dat lukt geloof ik niet zo. Ik hoorde laatst iemand zeggen dat een songschrijver steeds hetzelfde vertelt, maar het steeds in andere woorden opschrijft. Dat klopt volgens mij wel.”
(Dit interview vindt plaats enkele dagen na de orkaan Katrina en de gevolgen daarvan in New Orleans.) Op dit album staat een nummer Hurricane. Dat heeft natuurlijk niets met de recente gebeurtenissen te maken, maar zou zoiets als Katrina een onderwerp kunnen worden?
“Nou, dat niet echt. Ik zal het dan eerder over de gevolgen hebben en wat dat met mensen doet. Al houdt het me zeker bezig. Ik heb nog getwijfeld of ik zondag wel op het vliegtuig zou stappen. Ik woon in Houston, Texas. Dat is op een uur of zes rijden van New Orleans, dus het doet je wel wat. Ty's zus woonde in Biloxi en is nu ook alles kwijt. Maar ja, doordat New Orleans in een kom ligt is het daar het ergst.”
We zitten hier nu ook onder zeeniveau…
“Ja, maar jullie weten hoe je dijken moet bouwen. Bij ons is vaak de gedachte dat het allemaal wel mee zal vallen. Er komt een orkaan op je af en dan is de gedachte 'oooh, die gaat wel naar links van ons, of rechts van ons.' Als dat niet gebeurt is er ineens een probleem…”
Kunnen we nog een tournee verwachten na dit album?
“Jazeker. Onze platenmaatschappij InsideOut heeft interesse om ons op de zomerfestivals te plaatsen, dus met een beetje geluk komende we volgende zomer.”