In de trein op weg naar huis doe ik voor de zoveelste keer New Cool Collective‘s Trippin’ in mijn diskman. Het is een beetje een trieste dag. Na vandaag gaan Trippin’ en ik namelijk voor een tijdje uit elkaar. Niet met ruzie hoor, maar zo gaat dat nou eenmaal als ik bij een plaatje een stukje geschreven heb. Ik vrees ook dat het gelijk ook het einde van de zomer in gaat luiden. De trein baant zich al een spoor door het miezerige weer buiten. Alsof de wolkentranen ook weten dat ik eigenlijk geen afscheid wil nemen van Trippin’ en met me mee treuren. Het verbaasde me zelf ook wel een beetje dat ik Trippin’ zo leuk vond. Want echt van jazz houd ik niet. Want echt van afrobeat houd ik niet. Want echt van latin houd ik niet. En echt van easy tune houd ik niet. Want echt van bands die bij Ivo Niehe optreden houd ik evenmin. Dat zouden toch genoeg redenen moeten zijn om op Trippin’ te spugen. Maar hoe ik ook rochel, er komt maar geen klodder slijm om eens goed over New Cool Collective’s Trippin’ heen te tuffen. In plaats daarvan klakt mijn tong in mijn mond, knippen mijn vingers, doe ik heel actief aan luchtteenpianospelen in mijn schoenen en span en ontspan ik de hamstrings in mijn spijkerbroek op de maat van de muziek. Het lijkt verdorie wel of ik een neiging heb om te gaan dansen. En dat dus gaat al een week of drie zo. Maar nu nadert het einde van de tweede cd die deze polderkerels opnamen met legende Tony Allen en blaast Benjamin Herman voor het laatst in zijn altsax en is het voor nu over en sluiten.
mij=Dox / Stroom