Toen ik “Playgirl” hoorde beloofde ik mezelf voor altijd verkocht te zijn aan Ladytron. Zowel eersteling 604 uit 2001 als opvolger Light and Magic uit de late herfst van 2002 kocht ik zonder te beluisteren en beide platen draaide ik veel zodat ik ze al snel van haver tot gort kende. Een keer slechts zag ik de band live en remixen hoorde ik zelden: ik vond het goed zo. Hoe een derde album van het elektro-synth kwartet zou moeten klinken, wist ik niet. Hetzelfde zou misschien saai worden, maar omdat ik het al goed vond, kon ik me geen verandering indenken. Ladytron zelf wel. Witching Hour begint met klanken die een gemiddelde postpunk gitaarband niet zouden misstaan: een overduidelijke bas, een snerpende gitaar en drums die wel eens niet uit een computer zouden kunnen komen. Watskeburt? Maar al snel, om precies te zijn na zevenenvijftig seconden als de sirene Helena Marnie begint te zingen, begrijp ik het. Ladytron is nog steeds Ladytron, maar dan geïntensifieerd. De ietwat kille, kale en monotone synthpop van weleer is op Witching Hour bedekt met een shoegazemantel van dikke, warme krautrock. Nergens verliest Ladytron zichzelf uit het oog, nergens deed de band concessies aan het nieuwe pad dat ze in hebben willen slaan en toch is het ze gelukt om zichzelf, eerder vaak meelifters van de electroclash genoemd, zo te vernieuwen dat ik alleen maar met open mond naar Witching Hour heb zitten luisteren. Een superplaat.
mij=Island / Universal
Ah, hier heb ik al heel lang naar uitgekeken! En ongeacht de recensie had ik hem waarschijnlijk toch ook wel aangeschaft. Maar prettig dat hun nieuweling met een ruime voldoende door je beoordeeld wordt 🙂
De eerste 2 zijn inderdaad leuk. Maar deze…. geen doorkomen aan, _te_ 2005.