Daar waar we de vrijdag nog onbevangen konden zappen, was de zaterdag een avond van hard werken. De heren/dames van Crossing Border hadden wederom voor een sterk programma gezorgd, dus er liepen we ons weer de benen onder ons gat vandaan. De aftrap was klokslag half acht, alwaar de grijsbehaarde (doorhalen naar eigen mening) Peter Hammill, de leadzanger van Van der Graaf Generator, opende met een spoken word-sessie.
Het moet knap lastig zijn om zijn songteksten in normaal tempo uit te spreken, als die zo diep ingeslepen zijn. Tussen de gedreven voorgedragen songteksten door vertelde hij korte verhalen, maar omdat de beste man omringd was door klaarstaande instrumenten, begon je op den duur de hoop te krijgen dat hij er ook echt eentje zou gaan hanteren. Een klein dingetje tussendoor op piano of gitaar had er een topoptreden van kunnen maken.
mij=Verslag: Gr.R., Bor, Storm en George. Foto's: Allemaal van hem
Daarom op naar Mr. Averell. Mr. Averell blijkt in het dagelijks leven René van Commenee te heten en vooral ook Gr.R.'s oude buurman. Zijn jazzy folk met een hoop percussie en vreemde teksten was alleraardigst en het was een goede gelegenheid voor het eerste pilsje. David Jackson, bandlid bij Van der Graaf Generator, speelde op het laatst nog een deuntje mee op saxofoon. Daarna was het weer even snel doorlopen in de richting van het grote podium met Salif Keita. Deze Malinese albino wist waar het publiek voor kwam en zette samen met de meegebrachte ritmesectie, koortje en danser het publiek in vuur en vlam! Met een mooie dansbare show en een geluid dat stond als een kasteel, werd op zijn tijd gas teruggenomen met een paar akoestische nummers. Vervolgens kwam de spetterende finale waarbij ook het halve publiek op het podium stond. We zagen letterlijk mensen huilen van geluk vanwege de schoonheid van dit alles.
Toen het volk en masse de zaal verliet na het uitspreken van het laatste gesproken woord door Hammill piepten George en Storm naar binnen. De (vooral) oude mannen die de zaal verlieten moesten zich eigenlijk een beetje schamen dat ze hun oor niet te luister legden bij de jonge bard Teitur. Zeker nadat wij hem nog wel getipt hadden om zijn mooie dromerige liedjes. Misschien hadden we erbij moeten zetten dat er live tapes verwisseld zouden gaan worden van een mellotron, dan waren ze vast gebleven. En hadden ze net als wij kunnen genieten van Faroerabier. Hij bouwde zijn set mooi op. Eerst een paar liedjes solo op gitaar, waarna de mellotron erbij kwam voor nog een setje en uiteindelijk er zelfs een strijkkwartettrio om Teitur te begeleiden. Teitur schotelde ons nieuwe en oude liedjes voor en liet horen dat hij qua talent niet veel onder doet voor mannen als Tom McRae. Bovendien kregen we van de twintiger zelf ook nog les in het verwisselen van tapes in een mellotron. Waar zie je dat nog?
Bij het nalezen van ons eigen inleidende stuk op zaterdagmorgen bij de eerste bak koffie bleek dat we Templo Diez helemaal vergeten waren te melden. Dat was dom, want deze Haagse band rond de Franse, maar in Den Haag residerende songwriter, multi-instrumentalist en producer Pascal Hallibert had wel wat extra aandacht verdiend. Nu was The Shelter, een loods die aan de andere kant van de tramrails bij het Theater aan het Spui opgesteld stond, veel te leeg. Jammer, want Templo Diez is als live-band erg gegroeid sinds we hen zagen in het voorprogramma van Timesbold in Ekko. Helemaal nu ze hun livegeluid verrijkt hebben met de vioolkunsten van Saskia van de Giessen is hun mix van post-rock met lo-fi en zelfs een tikkie twang er alleen maar op vooruit gegaan. Dit had eigenlijk wel een plek verdiend op een groter podium met meer mensen ervoor deze dag.
Op een ander gedeelte van het Crossing Border-terrein was een drietal piepkleine huiskamers aangelegd, waar je je onder het genot van een glas whisky (of was het nu bourbon?) via een koptelefoon even in het dagelijkse leven van Charles Bukowski kon wanen. De bruine bonenlucht was echt, evenals de verschraalde blikjes bier en en de overvolle asbakken. De rillingen liepen ons waarlijk even over de rug. Wat ons betreft meer van dit soort belevenissen volgend jaar. Het gevaar dat we op een Parade-crossover belanden nemen we op de koop toe. In het bovenste gedeelte van Stroom troffen we de schrijver Khalid Boudou aan, die een avondje dichters, rappers en andere vertellers presenteerde. Het 'duet' van Renske de Greef en Jan Hoek over de wederzijdse gedachten van een jongen en een meisje was zeker vermakelijk.
Michael Smith en Flora bewezen op de vrijdag al dat spoken word met muziek heel leuk kan zijn en Toni Davidson deed er, met Frances McKee en ene Lucy, nog een schepje bovenop. Toni opende gedreven, begeleid door Frances en Lucy (op gitaar) en vervolgens was het de beurt aan Frances McKee, van Vaselines-faam, en ook de vrouw naar wie wijlen Kurt Cobain zijn dochter Frances Bean vernoemde. Het voordragen werd afgewisseld met echte songs, waarbij in de afsluiter nog plaats was voor het publiek als achtergrondkoor. Mercury Rev had ondertussen al moeten spelen, maar op het podium ter plaatse was het angstig leeg. Dus maar eens bij The Decemberists gekeken, die wél op het geplande tijdstip stonden te spelen.
Colin Meloy is een genie. Net als het meisje met de viool dat high fives gaf, de drummer die uit zijn dak ging, de gitarist die óf straalbezopen was óf een enorme jetlag had, de bassist met zijn hoedje en het meisje met het accordeon. The Decemberists kregen het voor elkaar zo'n goed optreden neer te zetten dat het ons geen bal meer kon schelen of de wereld op dat moment zou vergaan. De nummers die op plaat al zo sterk zijn dat die meedoet voor plaat van het jaar kwamen live misschien nog wel sterker uit de verf. Als een organisch geheel speelde er zich een wonderschone show af voor het publiek dat ook nog eens fijn mee mocht doen. Tijdens “The Mariner” werd het publiek opgejut vooral zo hard mogelijk te schreeuwen. Omdat ze opgegeten zouden worden door een walvis. De zaal ging uit zijn dak. En toen Colin later nog even het publiek indook en en passant op de grond zijn gitaar lag te stemmen wisten we het zeker: één van de beste optredens van dit jaar. Sterker nog: het kan ons nu nog steeds niks schelen of de wereld vergaat. We willen alleen maar dat Colin en zijn vrienden zo 2snel mogelijk terug komen voor een optreden.
De Vlaming Bart Koubaa hield een verhaal over het verdwijnen van hmm, het wil ons maar niet meer te binnen schieten… Met een vertraging van een half uur startte Mercury Rev uiteindelijk toch, maar de heren kwamen in eerste instantie niet geheel uit de verf. Dit was ook te wijten aan het slechte geluid in de eerste paar minuten. Citaten van Schopenhauer, plaatjes van Escher en andere diepzinnigheden, benevens dolfijnen en DNA-structuren vlogen ons om de oren, terwijl we ondertussen gehypnotiseerd werden door de lichtshow en de maniertjes van zanger Jonathan Donahue. Tijd dus om even binnen te gluren in de middenzaal met Boubacar Traoré. Traoré liet zien dat de blues op zijn minst een enkele wortel in Afrika heeft. Zijn gedreven vocalen en diepe zang waren een mooi rustpunt die avond, tussen al het heen en weer lopen door. Ondertussen had de geluidstechnicus van Mercury Rev het lek boven water en maakten de heren zich op voor een spetterend slotakkoord. De bombast en het pathos dropen er nog steeds met liters tegelijk af, maar als je het zo gedreven brengt, dan zien wij veel door de vingers.
John Parish bewees dat een goede cd niet meteen een goed optreden op hoeft te leveren. Zijn performance kwam niet van de grond en kabbelde te kalmpjes voort. Een beetje een teleurstelling. In de grote zaal was ondertussen het pathos enigszins van het podium gedweild en mocht Tommy Wieringa de talrijk opgekomen Van der Graaf Generator fans opwarmen voor het slotakkoord van hun favoriete band. Tommy gaf, tot ongenoegen van het publiek, aan niets met Van der Graaf Generator te hebben, maar kreeg de aanwezigen, als een waar leraar aan een achterstandsschool, uiteindelijk stil. Een welgemeend en gericht “Hé oetlul, hou je bek eens” miste zijn uitwerking niet. Dat hij de zaal stil kreeg is ook wel terecht. Joe Speedboot was tenslotte een van de betere Nederlandstalige boeken van de afgelopen tijd én Wieringa weet hoe hij een verhaal moet brengen op het podium. Hij verdiende en kreeg vele luisterende oren. De fans van Van der Graaf Generator kregen natuurlijk uiteindelijk wel waar ze op hoopten: de vier krasse knarren uit Engeland. Achter de mengtafel zat dezelfde geluidsman als bij Mercury Rev, dus duurde het even voor het geluid op orde was en ook moesten de heren nog even het roest van de spieren spelen.
Ze zijn tenslotte ook al op leeftijd. Maar vervolgens ging het hek van de dam en werd er een daverende show neergezet met een nadruk op het oudere werk. Dat er mensen hoofdschuddend de zaal verlieten was terecht. Zo hoort het ook te zijn. Van der Graaf Generator is namelijk ook een band waar je of helemaal wel of helemaal niet voor gaat. Naar verluidt zijn de heren gegroeid sinds het eerdere Melkweg-optreden, deze zomer. Met een ietsepietsie uitloop kwam er hiermee een einde aan deze editie van Crossing Border. En een waarlijk geslaagde, naar wij menen. Nu nog even de BTW-bonnetjes van het bier inleveren en File Under kan gaan sparen voor volgend jaar.
Mijn Volkskrant heeft het toch echt over Two Gallant, Lekkas, Teitur en Keita. Dat was de vrijdag EN de zaterdag. Daar staat dan wel weer tegenover dat er teveel geklaagd wordt over de accomodatie. Ok, dat kon een ietwat beter, maar het hoge niveau van vooral de zaterdag, vergoedde veel, zo niet alles…
Geklaag over de accomodatie? Man, ik bewoog me nog nooit zo soepel van zaal tot zaal bij een indoorfestival. Laat staan van veld tot veld op een plek als Lowlands. Alles wat je wilde zien, kon je zien. Nou ja, Gitbox! dat misten we, maar dat was onze eigen schuld 🙂
Bovendien had je eigenlijk overal goed zicht en een prima geluid. Hadden ze een kabouter gestuurd of zo bij de VK?
Mwaoh, er was wel wat aan te merken. Ik bedoel, die Stroomzalen en de Filmzalen waren best wel weggestopt. Zit dat in 1 gebouw dan ga je er net iets gemakkelijker even langs. Maar ik heb het niet echt als storend ervaren.
Overigens hebben we ook John Watts gemist, maar dat was de schuld van de programmeurs van Crossing Border…
Ach, je ziet de dingen wel vaker verkeerd… 😉
Leuk, zo’n rescensie! Maar toch komt Mercury Rev er wat bekaaid van af, vind ik…temeer omdat de band ontzettend strak stond te spelen. Leuker dan de CD’s als je ‘t mij vraagt!
@RvD: Nou dat weet ik zo 123 nog niet. Als ik die zanger zijn gebarenactje zie opvoeren dan wil ik eigenlijk heel graag en hard wegrennen.
Mijn complementen voor dit verslag. Ik ben het er helemaal mee ens. daar kan de recensent van de Oor lering uit trekken. Kunnen jullie geen muziekblad uit gaan geven?
Mijn complimenten voor dit verslag. Ik ben het er helemaal mee ens. daar kan de recensent van de Oor lering uit trekken. Kunnen jullie geen muziekblad uit gaan geven?