‘Leven die nog?’ is de meest gehoorde reactie als je vertelt dat Deep Purple je favoriete bandje is. Nou ja, ‘Nooit van gehoord’ eigenlijk, ‘Leven die nog?’ is een goede tweede. Het antwoord kan gelukkig een volmondig ‘En of!’ zijn. En wie had gedacht dat Deep Purple zonder Ritchie Blackmore en Jon Lord überhaupt zou kunnen? Ik niet, maar toch is het zo. Sinds het aantreden van Steve Morse in 1994 als opvolger van Ritchie Blackmore is de sfeer in de band beter dan ooit en dat hoor je terug, zowel live als op de studio-cd’s. Toetsenist Jon Lord werd gelukkig opgevolgd door de enige toetsenist die daarvoor in aanmerking kwam: Don Airey, die al bij zo’n beetje alle andere classic rock acts had gespeeld. Steve Morse bracht een duidelijk rockier geluid mee dan Blackmore maar is even veelzijdig en Don Airey heeft vooral een wat eigentijdser geluid dan Jon Lord. Op Bananas uit 2002 klonk Deep Purple strakker en moderner dan ooit, op Rapture of the deep keren ze wat terug naar het livegeluid. Hoewel ze wat mij betreft niet helemaal het niveau van Bananas halen, is het nog altijd smullen geblazen. Morse en Airey dagen elkaar voortdurend uit en zijn zo, als de twee “nieuwelingen”, het hart van de band en da’s knap. Oudgedienden Gillan, Glover en Paice zijn aan hun tweede jeugd begonnen en dat hoor je. In jaren is dit misschien een oude band, in inzet en kwaliteit is er niets ouds aan. Voor wie er snel bij is, is er een limited edition in een blik, met de heerlijke bonussong “MTV”:‘Mr Grover ‘n’Mr Gillian/ You musta made a million/ The night that Frank Zappa caught on fire’.
mij=Edel Records
Na een week voluit rapture op the deep in de auto, ben ik blij verrast door de spitsvondigheden, de genialiteit, de verrassende wendingen binnenin een song. Voor mij als Blackmore en Bolin-fan nu zeer zeker ook een plaat van Morse die werkelijk bijwijlen hallucinant is. Lekker ruig als een moet, zwevend en dan weer flitsend werk. Echt knap van de paarse grootmeesters. Nu wachten op 25 en 26 januari als ze de lage landen een bezoekje brengen.