Colombia, 1994. Een groep studenten in Bogota besluit muziek te gaan maken. Samen schrijven ze de liedjes die ze opnemen op een vier-sporenrecorder bij een vriend thuis. De muziek moest spontaan en intiem zijn. Binnen een traditie, maar niet zonder constant de grenzen van die traditie te verkennen. In 2001 verscheen het eerste, self-titled album. Daarna verspreidden de bandleden zich over de hele wereld, maar soms komen ze terug naar Bogota en maken ze weer samen muziek. Deze samenkomsten hebben geresulteerd in een tweede album, Jardin Interior. Het verhaal zelf is even mooi als de muziek op deze cd. Minimalistische, melancholische Spaanstalige popliedjes die nog steeds wortelen in een Spaanse (Latijns-Amerikaanse?) traditie, maar die zeer zeker ook deel uitmaken van de avant-garde binnen het continent. Dat wat wij eenvoudig zouden beschrijven als ‘wereldmuziek’ – het Spaans, traditionele instrumenten – gaat op in het geheel, dat behalve de voor ons onbekende ingrediënten ook bestaat uit originele liedjesstructuren, melancholische, maar tegelijkertijd vrolijk-stemmende melodieën en een enorme portie keyboards en elektronica. Dat wat Las Malas Amistades doet, heb je nog nooit gehoord, maar het past – op dat Spaans na – ook binnen een indie-traditie zoals we die hier kennen. Dat geldt ook voor de tekst. Met een beetje taalgevoel is al zonder goed Spaans te spreken uit de songteksten op te maken dat ook deze liedjes gaan over liefde (“Tsunami d’amore”!), leven en het verschil tussen vaderland en anderland. Precies die combinatie levert Jardin Interior op: de binnentuin van grensoverschrijdende Colombianen, met als enige bezwaar dat het allemaal nog wel ietsje stoerder kan.
mij=Psych-o-Path / Clearspot