Zo. Ik heb een leuke week achter de rug; in elk geval van een hobby heb ik mijn werk weten te maken. Ik ga namelijk stukjes schrijven voor een computertijdschrift, en dan hopelijk ook nog op zo’n manier dat er wetenschap, zinnige programmeerkennis en coole dingen in zitten. Maar voordat de deadlines van het nummer van half december naderen ga ik ook wat dingen schrijven over de stapel cd’s hier voor mijn neus. De onderste, die ik eigenlijk al veel te lang heb laten liggen, is het vijfde album van de Orange Peels. Om dat te kunnen waarderen moet je eerst weten hoe je een lekkere mok soep maakt van Cup-a-soup of de goedkope huismerken met exact hetzelfde poeder: op het poeder gooi je eerst zo een klein plasje water. Net genoeg om een soort stroop te laten ontstaan als je erin roert. Als het eenmaal stroperig is, gooi je de rest van het water erbij, maar nog altijd niet zoveel als je misschien deed; het mag niet waterig worden. Klaar. Dat is de hele truc. Echte soep is altijd smakelijker, maar slecht is zo’n mok zeker niet. Nu verwacht je wellicht een vergelijking met de leuke zomerplaat van de Californische Orange Peels, maar daarvoor is die te leuk. Nee, het gaat me om de lengte (net 34 minuten): hij is telkens net te snel afgelopen. Kort maar krachtig dus. Ik zou The Thrills of Fountains of Wayne kunnen noemen als de originele soep waar dit een aftreksel van is, maar veel nummers van de Oranje Schillen staan voldoende op zichzelf. Zoals ze zelf al zingen in “I don’t wanna shine”: “You have so much potential”. Maar het fijn blije titelnummer zal wel weer geen hit worden.
mij=Trocadero / Sonic