The Music In My Head – Napret

Er was veel pers vrijdag op The Music In My Head. Ook wel bekend als Het Festival Dat Bijna Niet Doorging, Maar Gelukkig Op Het Nippertje Toch Wel. En dat allemaal in het Paard van Troje, dat een goede locatie bleek. Drie zalen stonden ons ter beschikking, waar een ruime keuze aan bandjes speelde, zoals het een festival betaamt. Maar waar het dus stikte van de fotografen en het schrijvende journaille. Maar zoals dat gaat op een festival, moet het soms even op gang komen, en dan kan het bevreemdend werken als ineens, als opener, Architecture in Helsinki voor je snufferd staat. Negen meisjes en jongens, ze zagen er nog niet zo oud uit, die met een heleboel instrumenten een soort van stuiterpop maken. Het kwartje moest even vallen, maar als je het ritme eenmaal in de gaten had, dan was het goed vertoeven in de wereld van Architecture in Helsinki, die zich, heel gewaagd, ook nog te buiten gingen aan een puike cover van Roxy Music’s “Love is the Drug”. Dan heb je lef en zit je geramd.
black_rebel_motorcycleclub_gezelligheid_klein.jpg
Al was het een beetje jammer dat de zaal toen al half leeg was omdat iedereen bij Clap Your Hands Say Yeah wilde zijn. Dat ging niet, dus stonden er lange rijen voor zaal 2. Daardoor konden uw recensenten slechts een staartje meepakken en dat loste de belofte niet in. Gevolg was wel dat we nog een stukje Stefan Oosthof meepikten in het café. Stefan is een degelijk singer/songwriter die het gemis aan Clap Your Etc. ruimschoots vergoedde.


mij=Door Bor en Gr.R. Foto's: George
Dan maar als een speer naar de Black Rebel Motorcycle Club, want voor je het weet ben je te laat en is de zaal vol. Eerlijk is eerlijk, vooraf hadden we een veelal akoestische en rustige set verwacht, dit naar aanleiding van hun laatste plaat. De werkelijkheid was anders: deze in het zwart gestoken heren van de BRMC wisten ons te verrassen door een strakke en harde mix van oude nummers en het nieuwe werk neer te zetten. Ondanks de nu en dan wat haperende bassdrum vond Bor dit toch hét optreden van de vrijdag! Live komt de swamprock in ieder geval indrukwekkender over dan van de plaat. Het was een mooie show.
sonsanddaughters_klein.jpg
Gr.R. stond zich te vermaken bij Sons and Daughters. De Schotten, een soort van Handsome Family on speed, maakten er met hun folkpunkcountrynoise ook al een leuke show van. In zaal 1 moesten ondertussen de mannen van het Britse Elbow na BRMC de spanning vast proberen te houden. De opkomst was geheimzinnig en de eerste paar nummers waren ook zonder meer goed te noemen. Maar toch verzandden, wat ons betreft, de nummers enigszins in PinkFloyd-meets-Manic-Street-Preachers-achtige uithalen. Elbow maakt natuurlijk ook muziek met een verhaal, dat zich minder goed leent om een dampende zaal in beweging te houden. De stok van zanger Guy Garvey (vanwege een enkelblessure), gaf het geheel een wat theatraal cachet, maar na een paar nummers hadden we dat ook wel gezien.
elbow_gezelligheid_klein.jpg
Ook hier was het geluid weer prima, maar toch tijd voor een biertje aan een van de ontelbare bars, en even buurten bij Saunawest, die een goede set neerzetten, maar van wie de muziek nog iets teveel leek te leunen op de eighties-navolgers die nu hip zijn. Iets meer eigen smoel en de heren komen er wel. Als afsluiter op de vrijdag, The Departure, alweer zo'n band die veel jaren tachtig-invloed in haar muziek verwerkt. The Departure speelde vooral loeihard en dat kwam de dynamiek niet ten goede en waardoor het werk van de voortreffelijke plaat Dirty Works wat minder uit de verf kwam. Toch was het een goede afsluiter voor de vrijdag.
tracy_bonham_gezelligheid_klein.jpg
Op de zaterdagavond werd er uit een ander vaatje getapt. File Under stond op tijd klaar om de comeback van Tracy Bonham mee te gaan maken. Tja, Tracy. Ze schrijft goede nummers, speelt een puik potje viool, weet ook op de gitaar van wanten en is niet vies van wat effectbejag. Maar de makke was: ze had een groot gebrek aan band. In haar eentje kon ze het grote lege podium niet aan. Jack Stafford had een veel kleiner podium en bracht daar akoestisch zijn relatiepop. Niet slecht, maar net zoals bij Tracy kwam het nog niet echt van de grond, hier vanwege een gebrek aan tempo. Maar als de nood het hoogst is, is Quit Your Dayjob nabij! De drie heren, uit de getto's van Malmö, gooiden het tempo in de overdrive en jaagden in Motörhead-vaart door hun oeuvre heen. De gierende gitaar, rare toetsen (en toetsenist) en een menselijke heimachine achter de drums, stonden garant voor stevig potje rawk-'n-roll met de nodige humor. Dat hadden we net even nodig.
frames_klein.jpg
Cooling down vervolgens bij The Frames, een vijfkoppige Ierse band met een mooi vioolgeluid. Die violist had trouwens net zoveel pedalen tot zijn beschikking als de beide gitaristen tezamen. The Frames hadden veel fans bij zich, maar wij waren niet onder de indruk. Het was allemaal heel erg mooi en technisch goed gespeeld, maar het optreden leek niet te willen sprankelen. En dat euvel had Absentee ook. Aangekondigd als “misschien wel het pareltje van de avond”, moesten we ons jammer genoeg met minder tevreden stellen.
Niet dat u deze band zult kennen, maar toch. Een foto.
De zangeres/toetseniste werd aanvankelijk nauwelijks gehoord, waardoor de Leonard Cohen-achtige vocalen van leadzanger Dan de band tot een soort shoegaze deed vervallen. Op de bassist na dan, vond men vooral het podium of de voice-over monitoren interessanter om naar te kijken dan richting het publiek. De voormalige Moloko-zangeres Roisin Murphy, kwam op alsof ze in Moulin Rouge, stond. Met cape en hoge hoed getooid, het publiek beschijnend met een spotlight, gedroeg zij zich als een ware diva. Het leek wel een nachtclub waarin we waren beland! Er stond een halve Big Band achter haar opgesteld met een blazerssectie. Ook hier weer stukjes theater en de belichting maakte het geheel tot meer dan alleen een bandoptreden. Roisin Murphy groeit als podiumdiva, maar ook hier wilde het nog niet direct spetteren, een euvel waar alle drie acts op het hoofdpodium “last” van hadden. Quagga, op het kleine podium, probeerde het in ieder geval. Vooral in hun laatste nummer leek de muziek wel wat van een crossover-type à la Rage Against The Machine, en werd aanstekelijk gebracht. Maar uiteindelijk moest 'het' van een aantal oudgedienden komen. Na 20 seconden was het duidelijk: The Posies, hadden op de zaterdagavond ingetroefd met hun energieke en enthousiaste spel. Met veel ludieke conversatie richting publiek en een gitaar die steeds nét niet het plafond wilde halen het hoogtepunt van de avond wat ons betreft. En toen de heren Stringfellow en Auer het publiek in kwamen om daar nog wat nummertjes te doen, konden ze niet meer stuk. Ook aan de rest van het publiek te zien werd er veel plezier aan de zweetrock ontleend. Zo kwam alles nog goed op de zaterdagavond.
roisin_murphy_klein.jpg
Al met al was The Music in My Head een geslaagd festival. Het Paard is een goede locatie voor zo'n happeningl. Jammer was wel dat de inloop naar zaal 2, waar het regelmatig stagneerde bij de entree, wat minder makkelijk was. Verder lof voor de organisatie, de aanvangstijden werden strikt aangehouden en verder was het geluid ook goed te noemen, maar dat is bij de laatste verbouwing van het Paard natuurlijk goed onder de loep genomen. De programmering op de vrijdag was ietwat sterker dan op de zaterdag, maar we maken alvast een plekje vrij in onze agenda van volgend jaar…

3 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Terug naar boven