Overdag hebben we ons in Groningen prima kunnen vermaken. Onder andere met enkele leuke in-store optredens bij muziekwinkel Plato. Zo kunnen we bijvoorbeeld toch nog even een beetje proeven van de hoekige rock van The Robocop Kraus, die we anders door een van de vele overlappingen in het programma hadden moeten missen. De twintig minuten die ze mogen vullen, klinken prima. Ik heb echter mijn twijfels of ze mij een heel optreden lang zouden kunnen boeien.
De zanger tipt ons om vanmiddag vooral ook nog even Wir Sind Helden uit te checken, wat we dan ook maar besluiten te doen. Zangeres en gedoodverfde ‘nieuwe Nena‘ Judith Holofernes excuseert zich in gebrekkig Engels dat WSH een Duitstalige band is. Dat had ze volgens mij beter achterwege kunnen laten; Plato is tot de nok toe gevuld met voornamelijk Duitse fans. We zijn getuige van naar mijn weten de eerste crowdsurfer bij een akoestische in-store gig. ‘Normahl wie aar not zis kwaaiet but more Pank Rak!’, belooft Judith ons. Dat zullen we later op de avond maar eens gaan controleren dan.
mij=Door: André. Foto's: Marlou
Omdat ik niet echt goed een keuze kan maken waarmee we de avond zullen beginnen, besluiten we rond 20:00 uur om gewoon naar het dichtstbijzijnde podium te lopen. Dat is in ons geval het Grand Theatre waar we het DJ Bootsie Quartet aantreffen. Ik heb echt geen idee wat we kunnen verwachten en ben dan ook zeer aangenaam verrast door het gebodene. DJ Bootsie is een schuchtere Hongaarse knoppendraaier die ook nog eens een aardig partijtje blijkt te scratchen. Bijgestaan door een cellist, een gitarist en een drummer/percussionist slingert hij sfeervolle filmische loungy triphop á la Xploding Plastix, Red Snapper en The Bays de nauwelijks gevulde grote zaal in. Erg origineel is het misschien allemaal niet, maar dit klinkt toch wel verdomde lekker! Ik moet heel eerlijk bekennen dat ik nog steeds een enorme liefhebber van deze uit de mode geraakte muziek ben. Na enig navragen kom ik erachter dat DJ Bootsie voorheen in de band van Yonderboi heeft gezeten. In tegenstelling tot de tegenvallende prestaties van zijn voormalige broodheer op donderdag weet hij met zijn Quartet ondanks het gebrek aan podiumpresentatie wel te boeien. Het enige wat ik eigenlijk nog mis is een zanger(es) en/of rapper, maar verder hoor je me niet klagen.
Daarna is het op naar underground poptempel Vera om in de wereld die Dungen heet te stappen. Als we eenmaal de goed gevulde zaal zijn binnengedrongen, vraag ik me af of we niet per ongeluk in de teletijdmachine van Professor Barabas zijn gestapt. Vond ik het album Ta Det Lugnt nog een overweldigend boeiende psychedelische trip; naar een livesetting toe vertaald verandert de muziek van de Zweden voor mij in een langdradige anachronistische jam. Het publiek om heen lijkt ademloos toe te kijken terwijl bij mij na de zoveelste langgerekte instrumentale passage anno 1970 de verveling toeslaat. Waarschijnlijk staat mijn hoofd er gewoon niet naar. We besluiten dan ook maar vroegtijdig de zaal weer te verlaten. De vettige snackwalm van de Febo doet mij weer realiseren dat we toch echt weer in het heden zijn aanbeland.
José Gonzáles in volgestroomde Images gaat niet meer lukken dus besluiten we naar de Muziekschool te gaan om te zien hoeveel er van de Spaanse zon door de rootsrock van The Sunday Drivers heen sijpelt. Dat stukje Spanje valt eigenlijk alleen in het niet geheel accentloze Engels terug te vinden. Verder speelt de band degelijke rootsrock in de geest van The Band en Jayhawks maar mist hij helaas het experimentele van de in de bio genoemde Wilco. Op zich valt er weinig op ze aan te merken. De meerstemmige zang, de Rhodes-piano, de groovende ritmesectie, het klopt allemaal. Misschien klopt het allemaal wel iets te goed?
We ploffen neer in de bioscoopstoelen van de voor de gelegenheid tot poppodium omgetoverde filmzaal Images. Zo onderuitgezakt kunnen we prima genieten van de eenvoudige melancholische popliedjes die King Creosote ons voorschotelt. De sfeer is ontspannen. De band onder leiding van Kenny Anderson staat onderling wat te grappen en doet lekker zijn ding. Soms kan vermaak gewoon zo eenvoudig zijn. De kleine liedjes over kleine dingen des levens vormen een mooi rustpunt in de Eurosonic-route van vanavond. Niks wereldschokkends, maar meer dan dat moet het ook niet zijn. Kenny adviseert het publiek om vooral te blijven zitten voor Adem die na zijn band op het podium zal verschijnen. Ik twijfel nog even. We hadden echter vanmiddag al besloten om Wir Sind Helden te gaan bezoeken.
Onderweg naar Minerva droppen we nog even binnen bij café Walrus. Hier presenteert het Nederlandse fijnproeverslabel Transformed Dreams vanavond enkele acts uit hun stal. Op het moment van ons entree beukt het boy-girl duo Persil hun elektrorock door het café. Ze maken daarbij handig gebruik van een stroboscoop. We hebben helaas niet echt veel tijd, maar wat we van de twee mee kunnen pikken is energiek en overtuigend te noemen.
Wij zijn niet echt bekend in Groningen. Een paar jaar geleden hebben we er eens een half dagje rond gehangen omdat we in de buurt waren. Om er bij de deur van Vera achter te komen dat de avond ervoor The White Stripes hadden gespeeld. Die stonden toen net op het punt van doorbreken. Ik baal er nog steeds van dat ik tijdens die vakantie de concertagenda niet goed had bekeken. Maar we zijn dus niet echt bekend in Groningen. Maar dankzij de shortcut die we richting Minerva nemen, weten we nu in ieder geval wel waar de hoerenbuurt zit…
Eenmaal aangekomen bij Minerva blijkt daar het bier op te zijn. Slechte zaak natuurlijk. Vooral als je toko afgeladen is met Duitsers. Of misschien nog iets specifieker: Duitse Wir Sind Helden-fans. Vanaf de eerste tonen geht es dan ook vollig los. 'Pank Rak!' had zangeres Judith ons beloofd. Dat blijkt dus ver te zoeken zijn. De muziek van WSH is gelikt en heeft meer weg van een geüpdate, ietwat stevigere Nena dan echte pank rak. De band speelt een op voorhand gewonnen wedstrijd voor eigen publiek en heeft in Judith Holofernes een frontvrouw die moeiteloos de gehele zaal om haar vinger windt. Na een nummer of zes geloof ik het wel. Mijn ding is het niet. Is het te veilig? Te voorspelbaar? Te Duits? Je moet er van houden, denk ik. Daarnaast denk ik ook nog eens de hele tijd aan het optreden van Adem dat ik hiervoor heb laten schieten.
De laatste stop is studentensociëteit Mutua Fides. Daar staat het door menig trendwatcher getipte Mystery Jets. In het rommelige, gore zaaltje inclusief verschraalde bierlucht komen deze toekomstige Britse helden (zij wel) prima tot hun recht. Ach, eigenlijk waren ze ook in Huize Maas, Minerva, Grand Theatre of welke zaal dan ook prima tot hun recht gekomen. De jonge honden aangevuld door een papa van vijfenvijftig (u leest het goed) weten van meet af aan met hun onstuimige optreden het toegestroomde publiek te overtuigen. Oké, dit is ook retro, maar dan wel van de hippe soort: hoekig, rammelend, very British en onweerstaanbaar! Mystery Jets is de naam om te onthouden voor 2006.
Dat was dan mijn allereerste Eurosonic. En dat is zeer goed bevallen. De verhalen over chaos en veel te lange rijen in een veel te ijzige kou bleken fabeltjes. Dat kan natuurlijk ook komen door de gekozen route, of lag het misschien aan de succesvolle editie. Met wat mij betreft Mew en Mystery Jets als uitschieters. Volgend jaar weer? Volgend jaar weer!!
Leg ik je volgend jaar uit waar de tweede hoerenbuurt is.
Dank voor het verslag en de foto’s! 🙂 Eindelijk heb ik een beeld bij Eurosonic. Lijkt me zeker de moeite waard. Grtz, Esther