Soms willen muzikanten iets voor de gein opnemen dat grandioos mislukt. Frank Zappa wilde doo-wop op de hak nemen, maar maakte min of meer per ongeluk het geweldige Ruben & The Jets. Eerder een liefdesverklaring aan doo-wop dan een pastiche. De post-rockers van Tortoise zouden als grap een coverplaat opnemen met Will Oldham. De samenwerking kreeg zo’n eigen dynamiek dat The Brave and The Bold een wereldplaat is geworden.
De twaalf covers op deze plaat zijn uit hun eigen verband getrokken, maar zo dat ze wonderwel passen in de kaders die de jazzy en aardse instrumentatie van Tortoise en de wankele stem van Bonnie Prince Billy stellen. De keuze van de liedjes is op zich al iets bijzonders: van Elton John’s “Daniel” (zo mooi heeft hij het zelf nooit gedaan) via “It”s Expected I”m Gone” (The Minutemen) tot “Thunder Road” van Bruce Springsteen als hoogtepunt.
Alleen voor deze drie songs zou deze plaat al vijf sterren krijgen – als we sterren zouden uitdelen. “Pancho” (Don Williams), “The Calvary Cross” (Richard Thompson) en “Some Say (I Got Devil)” van Melanie zouden uit het eigen repertoire van Bonnie Prince Billy aka Will Oldham aka Palace aka etc kunnen komen. Drie echte buitenbeentjes kent The Brave and The Bold: “That’s Pep” van Devo loopt met z”n geschifte vrolijkheid behoorlijk uit de pas en “Cravo E Canela” van Milton Nascimento klinkt te Caraibisch om tussen de andere tracks te passen, maar de bijna hysterische industrial versie van “Love is Love” van Lungfish (wie kent ze nog?) past wonderwel. Het zijn de enige tracks die doen herinneren aan het uitgangspunt van deze plaat: een geintje dat een van de mooiste cd’s van de afgelopen maanden is geworden.
mij=Overcoat / Munich