Posies, REM en Big Star zijn niet de minste bands. Ken Stringfellow, Mitch Easter en Jody Stephens waren bij de afzonderlijke bands betrokken. Niet geheel toevallig, gezien deze recensie, hadden ze ook samen een bandje genaamd The Orange Humble Band. Hier kan o.a. ook nog aan toegevoegd worden Spooner Oldham die o.a. zijn sporen verdiende bij Neil Young en Aretha Franklin en er is nog Jim Dickinson die furore maakt als producer van The Rolling Stones en Alex Chilton. De band zorgde tot op heden voor twee albumreleases. Er was Assorted Creams in 1998. Er was Humblin'(Across America) in 2001. Ze gingen beide langs mij heen. Anno 2006 is er voor het tweede album een herkansing met deze rerelease. Bij een eerste beluistering heb ik echter al meteen vraagtekens of dit nu wel echt moest. Zo meende ik een trompet uit een synthesizer te horen en als ik ergens een hekel aan heb… Bovendien is de hele productie nogal dichtgesmeerd en dat verstikt de toch wel wat eentonige liedjes die mij wat flauwe aftreksels van de alt.countrybands The Byrds en The Jayhawks leken. Bij bestudering van de feiten zit ik er goed naast. De trompet blijkt echt, maar is helaas nogal door de mangel gehaald. De bandleden blijken een verleden te hebben dat toch ook niet kinderachtig is. Hoofdverantwoordelijke voor dit project is de Australier Darryl Mather – ooit lid van Someloves – die deze band bij elkaar gehaald heeft. Hij haalt m.i. echter teveel in huis, want het eindresultaat klinkt in mijn oren allemaal te perfect. Ik word er dan ook niet warm of koud van. Hou je echter van gladde fmcountrypop dan is dit juist een aanbeveling.
mij=Laughing Outlaw / Bertus