Elfjes hebben een fijn zorgeloos, maar meestal wel sober leven. Ze zijn gelukkig in de bossen waar ze zitten. Dat maakt dat je ze weinig hier in de omgeving ziet. Meestal zitten ze lekker ergens in Scandinavië verwonderd te kijken naar het groeien van het gras onder de grootste boom in het bos. Het genot uit kleine dingen. Als ik ze wel hier zie, dan geniet ik er dubbel en dwars van. Zo kijk ik uit naar het bezoek van mijn lievelingselfje van afgelopen jaar aan Nederland. Ze verlaat haar bos en komt 14 april spelen in bijna de grootste havenstad van de wereld. Daar moet ik bij zijn, want als zij zingt krijg ik het warm en voel ik me gelukkig. Er zijn natuurlijk nog veel meer elfjes en die wil ik ook graag zien, maar alles op zijn tijd. Het is alleen zo lastig om ze uit hun bossen hier naartoe te halen. Daar hebben ze namelijk een fijn leven. Of zei ik dat al. De pest is alleen dat ze het soms te luxe hebben. Meestal komt dat door een betovering van een slechte tovenaar. Dat is niet goed voor ze, zo’n betovering. Zo’n gemenerik maakt dan verwende krengen van ze. Hij geeft ze veel meer dan ze nodig hebben. En geloof me, het probleem met elfjes die een te luxe leven leiden is dat je ze moeilijk uit hun banvloek kunt halen. Ik huil daar zachtjes om. Zojuist hoorde ik voor de zoveelste keer weer de stem van een betoverde elf die roept om hulp. Maar ze zingt zo mooi dat waarschijnlijk verder niemand haar hulpkreten hoort, iedereen denkt dat ze het naar haar zin heeft. Dat is niet waar. Eigenlijk wil ze gewoon kijken naar het groeien van het gras onder de oudste boom in het bos. En zachtjes liggen in het mos. Ik ga een retourtje Denemarken boeken en haar bevrijden.
mij=Finest Gramophone / Rough Trade