De werkdag zit er weer op. Hij gaat onmiddellijk naar de saloon, naar zijn vrienden. Hij stalt zijn paard, slaat de deuren open en komt al zwaaiend met zijn pistool binnen. Het is feest, het is weekend. Zijn vrienden zijn er al. Aan de bar, die is voor de mannen. De vrouwen zitten aan de tafels langs de muur. Zijn vrienden bestellen meteen een rondje bier. Deze avond zullen er nog vele biertjes en rondjes volgen. Ooit zaten ze bij elkaar op school, maar er kwamen vrouwen en hierna ook kinderen in hun leven. Zo gaat dat in hun dorp. Maar af en toe moeten de mannen er uit. Los. Dan dansen en zingen ze de bluesgrass-folk-punk, terwijl hun paard buiten bij zijn soortgenoten staat te wachten. De mannen dansten hier vroeger met hun vriendinnen, maar van hen is het spontane wel af. Nu feesten ze het liefst met al die jonge vrijgezelle chicks. En eigenlijk willen ze ook wel meer, maar dat doet men niet in dit dorp. Tot laat op de avond staan alle bezoekers van de saloon op de tafels te springen en te stampen alsof het een lieve lust is. De band van deze avond heeft succes, zoals ook de twee keren dat ze hier eerder optraden. En ook hij staat te springen. Tot zijn vrouw binnenkomt. Hij laat het chickie los. Betrapt. Soms is het feest, maar nu is het Trouble.
mij=Parkmaker / Konkurrent