“14:00 Martina Topley-Bird, Blauwe Theehuis, Vondelpark” stond er in mijn agenda. En ik moet toegeven, er staan wel eens minder aangename afspraken in. Op een stralende middag ontmoet ik Martina, enkele uren voor haar optreden in het voorprogramma van Morcheeba in een uitverkocht Paradiso. Het is de dag na haar verjaardag en ze heeft er net wat vermoeiende reis- en persdagen opzitten. Vooral België viel haar zwaar, omdat de journalisten vroegen naar allerlei diepere betekenissen achter haar songs die er eigenlijk gewoon niet zijn. Ik neem me dus meteen voor maar niet te diep door te zagen over de teksten. Ook neem ik me voor een poging te wagen de naam van haar ex-partner Tricky niet te laten vallen. Ze is namelijk in Nederland om haar nieuwe album The Blue God te promoten en haar relatie en muzikale samenwerking met Tricky liggen ver in het verleden.
mij=Interview: Blink. Foto's: Dennis
Ik begin het gesprek met een citaat uit een eerder interview met haar: “Trying to get inside Martina Topley-Bird's head is equally frustrating. She's a difficult interviewee, not in the sense that she's rude or unforthcoming, but in the sense that she won't allow herself to fit into any neatly summarisable box.” Ze lacht en geeft toe dat ze eigenlijk wel blij is met de opmerking van deze journalist. Want wie wil er nou wel netjes in een hokje passen? Jarenlang werd ze in een adem genoemd met bands uit de triphop-scene van begin jaren negentig, samen met bands als Massive Attack en Portishead. Met het nieuwe album probeert ze bewust met dit verleden te breken.
Danger Mouse
De producer van het nieuwe album is Brian Burton, ook wel bekend als Danger Mouse. Burton is een van de mensen van Gnarls Barkley, die in 2006 met “Crazy” een monsterhit scoorden. Hij is ook bekend van zijn werk met Gorillaz (Demon Days) en de nieuwe Beck-plaat die later dit jaar uitkomt. Op The Blue God is zijn invloed overduidelijk te horen. Toen Martha begon de samenwerking met Burton begon had ze een aantal nummers klaarliggen voor het nieuwe album, maar al snel werden deze nummers opzij geschoven en vervangen door nieuwe composities die wel goed binnen de samenwerking met deze hippe producer pasten. De single “Poison” was als enige al eerder geschreven, maar alle andere nummers op The Blue God zijn fonkelnieuw. Martina heeft nu dus nog zo'n zestien nummers over voor een eventuele volgende plaat.
Live
Momenteel toert Martina begeleid door slechts een percussionist in het voorprogramma van Morcheeba. Dit is geen bewuste keuze geweest, maar vooral een kans die ze aangreep omdat het momenteel voor haar eigenlijk onmogelijk is om een een eigen tour te bekostigen. Het is best vreemd om niet met een complete band op het podium te staan maar met slechts een enkele begeleider. Doodeng, maar ook leerzaam.
Lanegan en Waits
Vol enthousiasme vertelt Martina me over haar werk met Mark Lanegan en de Gutter Twins (gastvocalen op Saturnalia). Lanegan is een man van weinig woorden, maar is wel iemand die helemaal gaat voor de muziek. Bovendien is hij zeer betrouwbaar en punctueel. Vlak voor een afspraak met Martina hadden de remmen van zijn auto het begeven maar toch was hij keurig op tijd verschenen om maar niks van de opnames te hoeven missen. Naast Lanegan is ze ook groot fan van Tom Waits; als ze iemand mocht kiezen om mee samen te werken dan zou Waits bovenaan de verlanglijst staan. Al jaren werkt ze regelmatig samen met andere artiesten, maar ze wijst nu steeds vaker verzoeken af omdat ze alle tijd en energie aan haar eigen werk wil besteden en hierbij niet te veel afgeleid wil worden.
The Blue God
Het nieuwe album is volgens Martina over het algemeen goed ontvangen. Ze leest zelf zo nu en dan recensies en is blij dat de meesten aan haar muziek refereren als “pop noir”. Ze probeert bewust haar muziek “filmisch” te maken. Zelfs het artwork voor The Blue God doet meer aan een filmposter denken dan aan het nieuwe album van een voormalig triphop-zangeres. Ze verwacht ook dat veel van haar oude fans vreemd zullen opkijken als ze horen dat Martina Topley-Bird een “poppy” album heeft gemaakt. Het laatste nummer van de plaat, “Yesterday”, komt misschien het dichtst in de buurt van de “oude” sound van Martina. Zelf moet ik bij het nummer vooral denken aan Manu Chao. Vergeleken met haar oudere werk zijn de nieuwe nummers duidelijk melodieuzer.
Ik leg Martina het volgende citaat voor uit een recensie van de muzieksite Twisted Ear van The Blue God: “This time there's a poppier thread snaking through, a thread that pushes her over, on occasion, into Amy/Duffy territory: for good and bad.” Ze reageert hier behoorlijk fel op: “How the fuck am I going to get pushed into Amy/Duffy territory – they've been around for like… two minutes!” Ze zucht diep en verbaast zich over zoveel naïviteit.
Het artwork van The Blue God en zeker de videoclip van nieuwe single “Carnies” is opvallend. Martina Topley-Bird is te zien met een dikke laag make-up in een glimjurk tussen glanzende scooters en neonlights, niet echt beelden die men zou verwachten van de voormalige Tricky-zangeres. Zelf is Martina helemaal filmgek en dan vooral op Aziatische films. Deze invloed probeert ze nu te verwerken in de visuals bij het nieuwe album.
Oud en Nieuw Publiek
Met het nieuwe album probeert ze een nieuw publiek aan te boren, al hoopt ze dat The Blue God ook in goede aarde zal vallen bij haar “oude” fans, die haar sinds de Tricky-dagen trouw zijn gebleven. Er is vijf jaar verstreken sinds haar eerste solo-album, dus Martina verwacht en hoopt dat er sowieso nieuwe mensen haar muziek zullen gaan waarderen. En natuurlijk helpt het hierbij wel dat ze met een producer heeft gewerkt die momenteel behoorlijk in de spotlights staat.
Van haar zelfverzekerdheid tijdens ons gesprek is 's avonds op het podium van Paradiso nog maar weinig te bespeuren. Het binnendruppelende Morcheeba-publiek klessebest gezellig door haar optreden heen en alleen bij het laatste, harder gespeelde nummer “Too Tough to Die” van Quixotic lijkt men door te krijgen dat er iemand op het podium muziek staat te maken. Een gemiste kans. Hopelijk komt ze nog eens terug om in een kleinere, intiemere setting haar pop noir echt goed te kunnen presenteren.
jammer dat het publiek blijkbaar zo nodig moest bijkletsen dan