Zoals gezegd stond Elliott Brood‘s labelgenoot NQ Arbuckle vorig jaar op Take Root, dit jaar is het de beurt aan Elliott Brood zelf. Raar genoeg is ook Brood geen solo-artiest, maar een deksels trio bestaand uit Mark Sasso (zang, snarengeram), Stephen Pitkin (alles waarop geslagen wordt en achtergrondzang) en Casey Laforet (bas, gitaar en achtergrondzang). Hun optreden in oktober lijkt me bij voorbaat al een van de hoogtepunten te gaan worden. Als het tenminste net zo goed gaat zijn als hun nieuwe album Mountain Meadows, en waarom zou dat niet het geval zijn. De muziek die op Mountain Meadows te horen is vaak lekker opzwepend en rauw, de teksten zijn voor het grootste deel minder opbeurend en vaak mijmerend. Voeg daarbij de rasperige stem van Sasso en je zit gebakken. Een liedje als “Garden River” lijkt hierdoor meer op een onstuimige bergrivier van banjo en met distortion doorspekte gitaren die met zinderende snelheid klotst van rots naar rots (hoekige drums) dan op een lieflijk kabbelend beekje. Dat je stroomafwaarts aankomt in “The Valley Town” waar het wat meer pais en vree lijkt is niet raar, maar toch broeit het. Het komt door de meerlagige melancholische zang. Dat gevoel wordt verder versterkt door het meetoeterende koperwerk. Wie zijn alt.country rauw en onversneden, maar allesbehalve open deuren intrappend wil, is bij Elliott Brood aan het juiste adres.
mij=Six Shooter / Bertus