Groningse cultuur. Tsja, dan denk je toch al snel aan de compleet mislukte dichter Bart FM Droog, koning van de vreselijk slechte grap Bert Visscher en de zichzelf herhalende Martin Bril. Gelukkig is daar Reimer Eising alias Kettel voor het broodnodige sprankje licht in de Groningse culturele duisternis: de Groninger brengt met de regelmaat van de klok platen uit die steeds een lust zijn voor het oor. Ook Eisings laatste album Myam James Part 1 klinkt heerlijk: bubbelende, kabbelende elektronische muziek die (thank God) niet in een hokje past, maar in de verte doet denken aan de muziek van Orbital en Yppah. De Groninger maakt op MJP1 (heerlijk toch, albumtitels afkorten) gebruik van geluiden die uit jaren geleden geproduceerde synthesizers komen, maar toch klinkt het album lekker fris. Minpuntje is dat het kabbelende beekje in geen enkel geval een echte, woest stromende rivier wil worden. De liederen zitten technisch en muzikaal geweldig in elkaar, maar vloeien iets te vaak het ene oor in en het andere oor weer uit. Enkele pareltjes daargelaten: “The Wombat”, het openingsnummer, vraagt erom op repeat gezet te worden, “Shimamoto” heeft een heerlijk akkoordenschema en “Palle’s Popsong” doet met haar pizzicatostrings denken aan “Girl/Boy-song” van Aphex Twin. Het niveau van het geweldige lied van Aphex Twin haalt “Palle’s Popsong” niet, maar het komt er toch behoorlijk in de buurt. Genoeg voor Reimer Eising om met kop, schouders, middenrif, knieën en enkels boven Martin Bril en Bert Visscher uit te steken.
mij=Sending Orbs