Laat ik gelijk maar beginnen met te mekkeren dat Sharing Space, de tweede cd van het Australische trio Cog , te lang duurt, dan hebben we dat in ieder geval vast gehad. De liedjes van gitarist/zanger Flynn Gower, zijn broertje en bassist Luke Gower en drummer Lucius Borich zijn gewoon lang niet allemaal krachtig genoeg om ruim zeventig minuten te kunnen boeien. Da’s een val waar wel meer bands in trappen. Als er zeventig minuten op een schijf kan, stamp ’em dan maar vol ook. Beter was het geweest als het songmateriaal her en der wat meer ingedikt was of dat wat mindere tracks bewaard waren gebleven voor b-kantjes. Dat dit gebeurt, is best jammer, want potentie is er zeker bij deze band die al sinds 1998 schijnt te bestaan, maar pas in 2005 met The New Normal hun eerste album uitbracht. Net als dit debuut is Sharing Space opgenomen met Sylvia Massy, die ook aan de wieg stond van de eerste twee cd’s van Tool. De keuze voor Massy is niet zo’n hele gekke geweest, want invloeden van de vroege Tool zijn goed hoorbaar. Maar door het toevoegen van delen Incubus, Oceansize en Audioslave is het geluid van de band net wat minder minder zwaar. Jammer is wel dat Flynn Gower niet de krachtige stem heeft die die bands wel hebben. Als de zang in meer lagen gemixt wordt redt hij het nog wel, maar in een laag wordt hij naar verloop van tijd te eenzijdig. Een krachtiger stem zou het songmateriaal van Cog net wat verder boven de grauwe massa uit zou tillen. Nu zweven ze daar vlak boven in het sterke, meer dromerige materiaal, maar zakken er in weg bij het wat zwaardere werk. Volgende keer indikken tot drie kwartier en ik geef je op een briefje dat het een top plaat oplevert.
mij=Superball / CNR