Al vele eeuwen kabbelt de beek voort. Ze vindt haar oorsprong in de bergen duizenden kilometers verderop. Ze had veel meegemaakt. Jongens werden mannen en meisjes werden vrouwen. Tot ze niet meer verschenen. Tragisch, maar zo ging dat al eeuwen. Ze zag verliefde stelletjes, zwijgzame paren en peinzende individuen. Ook marcheerden er soldaten over het pad langs haar op tijdens de diverse wereldoorlogen, maar ook in vredestijd. Maar zij, de beek, kabbelde rustig voort. De watertoevoer was altijd voldoende geweest om de beek niet droog te laten vallen, maar soms was er teveel water. Dan zocht ze nieuwe wegen. Meestal was ze er echter zonder dat iemand het opviel. Toch konden de mensen niet zonder haar. Dan keken ze naar de vissen die er zwommen, naar de eendjes die er kwaakten of namen mensen haar als prettig landschap in zich op. Soms moest de beek ook glimlachen. Met name als er jongelui met hun gitaren kwamen om er hun liedjes te spelen. Vooral als het een groep werd dan kreeg ze er plezier in. Er werd dan geklapt en gezongen. Zo zag ze het graag. Maar ondanks dat kabbelde de beek voort. Al eeuwen lang. En zo zou het waarschijnlijk nog eeuwen doorgaan, maar daar stond ze niet bij stil. Waarom zou ze ook. Ze leefde nu.
mij=Young Love