Dag 1
De Woensdag
Ik heb sinds vandaag mijn zogenoemde Rock ‘n’ Roll-maand erop zitten.
Wat wil zoveel wil zeggen als: niks geen op vakantie gaan, maar in plaats daarvan zo ongeveer ieder weekend op een festival staan en door de weeks dan ook nog eens ergens op een veldje in de Peel, bij een één of ander sympathiek bandje dat dus ergens op een festival in de Peel speelt.
Hoe dan ook.
Ik begon St. Pauls tien jaar Pop ‘O Matic-festijn met een kater en met een keelpijn-aanval die al een week voortzette.
“Ik ga DIRECT na the Gossip naar huis!” riep ik naar Storm. Want ja: je moet als vrijgevochten vrouw toch goed voor jezelf zorgen.
Zucht.
Zo niet ik.
Dan.
mij=Door Annafranil. Foto's: Storm
Want Beth, de zangeres van the Gossip, nam geen genoegen met gewoon gezellig. Of met rustig zij-stap-bij-en-wat-met-de-rechter-voet-op-de-maat-tappen. Want hoe ongeïnteresseerder de band stond te spelen, des te woester dartelde Beth om de gitarist heen. Des te bezweter sprong ze het publiek in.
Zoals een Hollandsch publiek betaamt stond iedereen de eerste helft gewoon netjes met de armen over elkaar heen. Het lag dan ook niet aan de instrumentalisten om daar enige verandering in te brengen, neen, lieve mensen, het was het dikke propje van één meter vijftig dat ons allen om de vinger wond.
Het kostte haar niks.
De praatjes tegen het publiek, de dansjes in de veel te strakke jurk en het enthousiast wijzen naar een vleermuis die door de zaal vloog: we konden weinig meer doen dan van haar houden. Rammelende begeleidingsband of niet.
Het publiek was vreemd gemêleerd. Variërend van boeren, tot metromannen tot dames in haltertruitjes met kort haar en spikes om de polsen. Alles liep door elkaar. En tegen het laatste nummer werd het me te druk.
Te warm.
En maakte het feit dat ik een kist waarin een been van een boer stak nauwelijks kon ontwijken, dat ik mijn heil een stuk verderop ging zoeken. Chagrijnig heb ik toen maar een biertje aan de bar gedronken.
Een praatje gemaakt.
En toen Lefties Soul Connection eenmaal begon bleken ineens alleen de leuke mensen nog over. Nu begrijpen boeren waarschijnlijk geen snars van dansen op Belle & Sebastian, en had St. Paul dus wederom een avond gered.
Ik bleef.
En Lefties Soul Connection leek deze avond ineens veel meer soul te hebben dan de funk van normaal. En alles leek fijner dan normaal. We hadden het goed daar, toen we weer onder ons waren en dansten tot de blaren op de voeten.
Tegen drieën rolde ik mijn krib in.
“Ik drink nooit meer,” smste ik voor het slapen gaan.
Dag 2
De Donderdag
Popquizzen is een serieuze aangelegenheid. Wij, de broer, Jnnk, Roy S., Maus en ik, zijn doorgewinterde popquizers en hebben een stevig broertje dood aan voorzeggers, illegale internetters en mensen die gewoonweg door de vragen heen lullen.
Met vijftien pennen (het is toch een soort van examen, niet?) in de aanslag begonnen we aan de vijf pagina's lange popquiz, geschreven door ons aller St. Paul en zijn maat Mark Smit (“Zei 'ie nou Mark E. Smith?” zei de broer. Waarop Roy S. “The Fall!” riep en Jnnk “Jens Lekman! Maple Leaves!” brulde terwijl ze op de tafel sloeg).
Met bloed, zweet, tranen, en toch maar een bier ook al zou ik nooit meer drinken, en boze wijsvingers naar de tafel met twee popjournalisten en een platenzaakeigenaar rolden we de avond door.
We werden vierde.
Daarna was GEM. Die hadden ook gewoon meegedaan aan de popquiz, al weet ik nog steeds niet hoeveelste zij nou waren geworden. Wat ik wel weet is dat het optreden zoals altijd weer op z'n fijnst was. En te kort.
The Illusionary Rockers dansten de lp-hoezen van de zijwanden en ik weet zeker dat ik die nacht minstens drie mensen een versie van de stofzuiger (Klik! op 1min55) heb zien nadoen op de dansvloer. Het bleef nog lang onrustig op de EHBO.
We dansten, we stonken weg in het rookhok. Het was Pop 'O Matic op de donderdagavond, waar jong zich wijzer waande en oud zich weer een puber voelde (mede door dat rookhok) en waar iedereen elkaar op de schouders klopte en danste tot in de kleine uurtjes.
“Nou drikn 'k echt, echt, ECHT nooits meer,” smste ik vanuit bed. Ik deed daar ongeveer achttien minuten over, want die toetsen op mijn mobiel leken ineens zo verdomd klein.
Dag 3
De Vrijdag
In kekke jurkjes togen we naar Tivoli, alwaar de The Bees aftrap gaven voor de laatste avond van deze Pop 'O Matic-tienjarig-bestaan-driedaagse. Zoals ik al zei dronk ik nooit meer, maar terwijl we aan een statafel heupwiegden en luisterden naar, wat ik denk, de meest sympathieke band van het westelijk halfrond, ging ik zonder enige moeite overstag.
“Hé, de bassist is nu gitarist.”
“O, en net was hij al drummer.”
“Zijn dat sambaballen?”
“En nu is hij megafonist!”
The Bees is naast meest sympathieke band ook, na Arcade Fire, de band met de meeste instrumentwisselingen. Wij wilden natuurlijk meteen met alle leden trouwen (ja, óók met de bemutste organist), maar de heren hadden het veel te druk met ruilen van plaats om onze huwelijksaanzoeken te horen.
Ach ja.
Een kwestie van prioriteiten.
Daarna the Madd. Toen kwamen de voeten alweer van de vloer. En ik heb besloten dat ik ook zo'n groot rood neon-licht met mijn naam erin wil hebben. En mijn kamer wil verlichten met groene lampen.
Ik waande me in de jaren vijftig.
Ik ben gek op de jaren vijftig.
Tijdens de Belle & Sebastian DJ-set probeerden we Belle & Sebastian aan te vragen. Het mocht niet baten. Hoe dan ook blijven het helden, dat spreekt voor zich.
En zo kwam het dat St. Paul de boel afsloot.
Ik denk dat werkelijk iedereen stond te dansen, zelfs de bozige goths hieven hun armen bij Ain't No Mountain High Enough en allemaal zongen we over hoe fijn we het hebben, en hoe het allemaal goed komt met ons, want we hebben muziek en we hebben ritme en we hebben elkaar.
Nu is de Rock 'n Roll-maand voorbij en ik hoest als een Limburgse mijnwerker, en ik ben bang dat ik ook zo klink als ik praat.
Het waren drie geweldige dagen.
Ik wil volgend jaar weer, maar ik denk dat we tot 2018 moeten wachten.
Dat doen we dan maar.
Ik zeg: op naar Pop 'O Matic 20 jaar! En met St. Paul aan het roer moet dat wel gaan lukken.