Amerikaanse man uit Chicago met gitaar en mondharmonica speelt en zingt zijn eigen liedjes. Het gaat hier om Fred C. Prellberg III. Zijn tweede album Ten Pennies Make A Dime, opdragen aan zijn vader (inderdaad Fred C. Prellberg II) ademt naar Amerika. En dan met name het Amerika van Bob Dylan, Bruce Springsteen, Joe Henry en Woody Guthrie. Een muzikale traditie van de ambachtelijke songschrijver aangevuld met hier en daar een rockrandje. Prellberg was zo slim om niet alles zelf te doen: zeven gastmuzikanten helpen hem gedegen. Het is een plaat die ver staat van alles wat nieuw en modern ruikt. Ouderwets? Nou nee, want Ten Pennies Make A Dime is een boeiende plaat en Dylan en consorten zijn in 2008 niet minder populair dan pakweg dertig jaar geleden. Het is wel een album waarbij bij mij het dubbeltje (sorry voor dit grapje) niet meteen viel, maar na veel draaien ga ik het resultaat toch steeds meer waarderen. Opener “No Man’s Land” is zo’n liedje dat je na tien jaar niet draaien meteen weer herkend. Het daaropvolgende “Mari Tamed The Mountain Lion” is misschien net wat teveel cliché, maar “Moments Like These” is juist weer prachtig. En zo kan ik de songs één voor één afgaan, maar beluister de tien liedjes van gemiddeld zo’n vier minuten lente per stuk vooral zelf om hierna na diverse draaibeurten een oordeel te vellen. Misschien heb je er wel een fijne vriend bij.
mij=Denmark Street / Import