Dan Baird, vaag zei deze naam me iets. Als ik het bijgesloten promoverhaaltje erbij pak dan zie ik waarvan: hij was zanger/gitarist in The Georgia Satellites. De bandnaam kende ik wel, maar bijpassende muziek kwam er niet bij me op. Gelukkig is daar het internet en zo bekeek ik hun video van hun -kennelijk- grootste hit “Keep Your Hands To Yourself”. Ik kende het nummer niet. Nu gaat het hier niet over deze band, die tegenwoordig zonder Dan Baird door het leven gaat, maar over Dan Baird, die nu samen met de Homemade Sin een eerste album aflevert. Ik heb het geprobeerd, maar na diverse keren draaien van de cd, die meer dan een uur duurt, was het enige dat van deze Amerikaanse countryrockband blijft hangen een stukje tekst over CCR. Ja, Creedence en het nodige van Aerosmith, daarmee typeer je de liedjes die bij mij het ene oor in en het andere net zo hard weer uit gaan, maar zo goed als deze twee bands wordt het nooit. Helaas. File Under-collega Gr.R. wist mij overigens nog te melden dat ik Dan Baird vooral van “I Love You Period” kende. En laat ik nou altijd gedacht hebben dat dit van Aerosmith was.
Nu ik toch al in een droevige stemming ben, kan ik meteen doorgaan naar de cd House With No Home van Horse Feathers. Horse Feathers is een mij onbekende band, maar dit blijkt hun tweede album te zijn. De band is genoemd naar een film van The Marx Brothers uit 1932. Dat je het even weet. Maar ik had het over droevige stemming, dit is een album om eens lekker bij te gaan snotteren. Niet dat het slecht is, integendeel, het is juist erg goed gedaan, maar de viool, piano, cello, zingende zaag en een grote dosis melancholie in de zang maken er geen vrolijke boel van. Denk aan Nick Drake, Bonnie ‘Prince’ Billy. Zoiets. Het drietal (Justin Ringle en Peter & Heather Broderick) uit Portland, Oregon in Amerika krijgt her en der nog wat extra muzikale ondersteuning. Hun folky americana-liedjes zijn fijne sober uitgevoerde liedjes, waarbij de tweede stem van Heather meteen een – misschien wat vergezochte -aansluiting is op de volgende cd.
Jolie Holland is namelijk ook een vrouw, maar dan eentje die de hoofdrol opeist als Amerikaanse singer-songwriter. Zij gaat aan de bak met haar album nummer vier, The Living And The Dead. Schreef collega Storm nog naar aanleiding van haar debuut Catalpa dat ze een platencontract kreeg dankzij de lovende woorden van Tom Waits en Victoria Williams, op The Living And The Dead lijkt ze, nog steeds op Anti (het label waar ook Waits op zit), haar rust wel gevonden te hebben. De muziek is echter niet voor een gat te vangen. Aanvankelijk lijkt ze de nieuwe Heather Nova te willen zijn, maar dat verandert snel in de meer vertellende trant van Mary Gauthier. Holland is op haar best als het sober gaat, als het onheilspellende zijn intrede doet, zoals op “Your Big Hands” en het van Bob Dylan geleende “Love Henry”. Als ze het hele album deze lijn had gevolgd dan was ik lyrisch. Hulp kreeg ze trouwens van gerenommeerde namen als Marc Ribbot (o.a. In de begeleidingsband van -oh wat toevallig- Waits) en M. Ward (ook She & Him).
Mij=Jerkin' Crocus / Import & Kill Rock Stars / Konkurrent & Anti / Epitaph