Deze band is genoemd naar John “Drumbo” French, vooral bekend als drummer bij Captain Beefheart in diens gloriedagen met de Magic Band. In 2004 kwamen een aantal Beefheart-getrouwen bij elkaar voor een reünie op het Glastonbury Festival – zonder Beefheart, die zich al jaren heeft teruggetrokken uit de muziek en de spotlights. Een recipe for disaster natuurlijk, als Queen zonder Freddie Mercury zeg maar. Toch? Nee dus. French heeft zich de stijl van Beefheart eigen gemaakt en kreunt en gromt zich door de songs als de meester zelve. Ook dat zou een zwaktebod zijn, ware het niet dat hij vermijdt een ongemakkelijke imitatie neer te zetten. Hooguit zou je het een eerbetoon kunnen noemen, en dat mag. Bij de medewerkers op dit album zijn tal van bekende Beefheart-namen als Zoot Horn Rollo, Ella Guru, John Thomas and Rockette Morton te vinden. Dit album met twaalf nieuwe songs staat vol met de vertrouwde hoekige en tegelijkertijd verrassend vloeiende songs zoals ze die destijds al speelden. Het is een genot om te horen hoe een enkel simpel gitaarloopje enorme impact kan hebben. Waar U2‘s The Edge onlangs bij de BBC trots liet zien een paar noten te spelen en het veel te laten lijken door een complete effectenfabriek op het podium, wordt op een song als “Abandon” duidelijk dat in de juiste handen een gitaarloopje helemaal geen effecten nodig heeft. Met weinig middelen wordt er een buitengewoon meeslepende song neergezet. Slepende blues met hoekige gitaar- en mondharmonicapartijen ergens tussen Beefheart, Frank Zappa en Tom Waitsvormt de hoofdmoot van dit album. Het is het bewijs dat Drumbo een band is die op zichzelf kan staan. Zeker, het lijkt veel op hun werk van lang geleden, maar als dit het resultaat is, kan ik er niet mee zitten. Goede muziek is tijdloos en Drumbo bewijst dat nog maar eens.
mij=Proper / Rough Trade