Hoe beroemd zou Grampall Jookbax zijn als ie in Brooklyn had gewoond? Weg met die hippe knuppels van Dear Science, allemaal aan de kant voor deze eenmansband alias wannabe neger, die met Ropechain een minstens zo origineel staaltje genrebending weggeeft. Hiphop, rock, folk, het komt allemaal voorbij. Alsof een al even maf genie als Cody ChesnuTT zich aan een Tom Waits-coverplaat waagt. Toch, de trouwe indieconnaisseur weet dat ondergetekende het niet in het jaarlijstje had staan. Dat kunnen we afschuiven op te laat in ‘t vorige jaar verschenen, maar dat zou te makkelijk zijn. Opener “Black Girls” beukt toch een heerlijke reverse-groove? Het minimalistische “Ghost” is onwaarschijnlijk catchy, bedenkend dat het bestaat uit wat minimalistische synths en een heliumstemmetje. ‘What does a ghost mean to a christian man like me?’. Verbazingwekkend aandoenlijk. De zakdoeken kunnen er helemaal bij in “I Will Save Young Michael”. Inderdaad een nummer over de gewezen koning van pop. De beste ode die de man ooit kreeg. Ga weer dansen en de mensen zullen gelukkig zijn. Heerlijk hypnotiserende gitaren ook en dat zes minuten lang. Daaromheen is de sfeer echter wat melig. “This Girl Ain’t Preggers”, bijvoorbeeld, een nummer dat speelt met de dubbele betekenis van ‘baby’ (en mogelijk ook een ode aan zwangere vrouwen is). Die meligheid is niet alleen tekstueel aanwezig, het zit ook in de muziek. Ik las dat Grampall Jookabox Ropechain in een week in z’n keldertje in elkaar heeft gezet. Ik vermoed met behulp van een hoop drank, paddestoelen en wiet. En gas uit ballonnen natuurlijk. Inhaleren, “Ghost” zingen en dan een lachkick. Zo’n plaat is ‘t.
mij=Asthmatic Kitty / Konkurrent