Ambitieus album, met een titel die een uitgekiend releaseplan voorspelt. Ook een plaat die ik ‘t liefst gewoon aan de luisteraar over zou laten. Dit wonderlijke amalgaam van botsende stijlen is zeker leuk genoeg om eens te proberen, maar om er nou iets zinnigs over te zeggen, dat is een lastig verhaal. Asthmatic Kitty bracht ons eerder Grampall Jookabox, wat een eerste marker is om de plaat dan toch maar ergens vast te pinnen. Waar Grampall in zijn muffe kelder paddenstoelen consumeert, roept Fol Chen eerder een vrolijk buitengevoel op. De paddenstoelen staan nog gewoon in ‘t bos, zeg maar. En dan een open plek waar een groep hippiemeisjes een rondedansje uitvoert, totdat er uit ‘t niets een zigeunerorkest én een drumband uit de lucht komen vallen. Die even staan te duizelen, maar dan op vol volume tegen elkaar op beginnen te bieden. Een van de krankzinnigste en beste nummers heet niet voor niets “The Idiot”. Daar bespeur ik ook nog een mespuntje Avalanches-magie. Een andere duidelijke marker is Quinn Walker, die vorig jaar met Laughter’s An Asshole/Lion Land een al even maf album op de wereld losliet. Net als bij hem is Hot Chip niet ver weg. Luister maar ‘ns naar “Cable Tv”. Funky synthesizerhooks, beats in je gezicht, en een vocalist die verwoedde pogingen doet soul uit zijn tenen te halen. Heel af en toe is er gelukkig een rustpuntje, “You and Your Sister in Jericho” is erg mooi. De drummachine tikt als een klok, de blazers stellen zich even bescheiden op de zanger mijmert. Tot ‘r een toch nog een drumuitbarsting volgt. Natuurlijk.
mij=Asthmatic Kitty/Konkurrent
Hi Ludo, ik heb met mijn recensie geprobeerd zin te scheppen in de gekte!
lemme check that out..
jaa helemaal eensch.
als ik nu op de plaat terugkijk heb ik overigens niet het gevoel heb dat we hier (voorlopig althans)met een artiest uit de A-categorie hebben te maken.