Surf City is een Nieuw-Zeelands gezelschap dat me met haar naam behoorlijk op het verkeerde been zet. Zeker, het gitaarwerk doet best aan surfrock denken, maar dan wel zoals Big Country ooit aan doedelzakken deed denken. De rock van de heren doet namelijk vooral denken aan Britse New Wave uit de jaren tachtig. Joy Division, The Cure, The Jesus And Mary Chain, dat werk. Daarmee ben ik meteen een van de minder voor de hand liggende recensenten van File Under. Een lekker potje surfrock ga ik niet uit de weg, maar ik ging en ga met een grote boog om alle Britse droefsnoetenpop heen. En dit album heeft precies alle kenmerken daarvan: zanglijnen die ik als zeurderig ervaar, simpele gitaarlijnen en die typische droefsnoetenproductie met veel hoge tonen en echo. Hier en daar is er nog wel iets te ontdekken dat ik als catchy zou kunnen omschrijven. Vaak gaat het echter voor mij al mis in het intro en is de song voor mij verloren. Tel daarbij op dat de productie behalve weinig inventief ook niet erg sterk is en mijn oordeel zal duidelijk zijn. Ja okee, Prikkie, maar hoe zal iemand die wèl van droefsnoetenpop houdt dit plaatje ervaren? Voorzover iemand die nooit eyeliner heeft opgehad dat kan beoordelen, denk ik dat ook die er niet heel erg van ondersteboven zal zijn. Nostalgische gevoelens ja, en wellicht een aansporing om wat van die oude plaatjes weer in de speler te gooien. Niet meer en niet minder. Nou ja, vooral niet meer.
mij=Morr / Konkurrent
Ik hoor er meer indie lofi a la Pavement in, dan Britse New Wave.
De term ‘droefsnoet’ blijft evenwel erg treffend.
Met een andere bandnaam zouden deze heren het denk ik verder schoppen.
Ik ben het ook totaal niet eens met deze recensie. Ik houd ook niet zo van die zeurderige Britse wavebandjes en hoewel de gitaarlijnen op deze EP er wel eens naar rieken vind ik het idd veel zonniger en energieker klinken. Beetje The Chills/The Clean/Beach Boys/Pavement meets New Wave. De productie vind ik juist een lekkere garagefeel hebben. Niks mee, dunkt me.