‘You are enjoying a promitional copy of Beware, the new album by Bonnie “Prince” Billy.’ Dat genieten is betrekkelijk, als elke track op mijn promo twee keer doorsneden wordt door een stem die je dat vertelt. Het genieten van dit album zal sowieso betrekkelijk zijn. De tegenwoordig met een oudtestamentische baard getooide Will Oldham zorgde al in 2004 voor een waterscheiding tussen zijn fans. Hij maakte toen de in veel ogen volkomen overbodige en vooral ook veel te gladde plaat Bonnie Prince Billy Plays Greatest Palace Music. Met één enkele zwaai verving hij het tot dan toe relatief krakkemikkige, op lo-fi gebaseerde geluid voor een tot in de puntjes verzorgde studiosound en nam hij met een keur aan Nashville-studiomuzikanten zijn eigen werk nog eens onder handen. Om dit stukje in een juist perspectief te kunnen zetten zal ik het maar meteen toegeven: ik ben dol op die plaat. Dat ik Beware een prachtige cd vind, ligt dus volkomen aan mij en mijn gevoeligheid voor dat Nashville-geluid. Want Beware is wederom een erg verzorgde plaat geworden. De begeleiding bestaat uit muzikanten die voor een groot deel geschoold zijn in de jazz. (Godzijdank duikt ook de naam van Jon Langford op, voormalig voorman van chaotische punkers The Mekons en al jaren vanuit Chicago de folk- en country aan het exploreren.) De eerste helft bevat tracks die opgesierd zijn met – schrik niet – saxofoon, een voller-dan-vol klinkende pedal steel en een handvol exotischer instrumenten. De tweede helft van Beware laat een iets ander geluid horen. Kaler, basaler en primitiever en gevuld met kleinere liedjes. Alsof de Bonnie Prince beide zijden van de waterscheiding wil bedienen. Het Grote Album dat beloofd en verwacht werd is Beware niet geworden, wel een mooie toevoeging aan het grootse oeuvre van Will Oldham. Als je tenminste tegen Nashville kunt.
mij=Domino / Munich