Onlangs kreeg ik de mogelijkheid om Ian Gillan te interviewen. Mijn agenda zat in de weg, dus deze keer moest ik verstek laten gaan. Erg jammer, want niet alleen is de man de zanger van een mijn favoriete bandjes, hij is volgens mij een ontspannen en nuchtere muzikant, die de hype van roem allang achter zich gelaten heeft. Het interview zou plaatsvinden ter gelegenheid van zijn nieuwe solo-album One Eye To Morocco. Bij Gillan’s solo-albums gaat het er een stuk ontspannener aan toe dan op Deep Purple-albums. Weliswaar is het in beide gevallen op blues gebaseerde rock, maar vaak maakt Gillan solo wat meer uitstapjes naar genres als soul en funk, ook door toevoeging van bijvoorbeeld blazers. Op dit album, het eerste echt nieuwe solo-werk sinds Dreamcatcher uit 1997, is dat niet anders. Het titelnummer begint bijvoorbeeld met een fraai Arabisch themaatje. De band is dezelfde als op Live In Anaheim. De meeste nummers zijn geschreven door Gillan met gitarist Steve Morris, drie songs – waaronder “Texas State Of Mind”, dat al te horen was op Live In Anaheim – van Gillan’s boezemvriend/gitarist/bandleider/manager (en voor anderen actief als mensenrechtenadvocaat!) Michael Lee Jackson. De beste songs staan wat mij betreft aan het begin, met het titelnummer en “No Lotion For That”. Overigens trapt Gillan hier en daar wel in zijn valkuil, namelijk dat het allemaal iets té ontspannen en laidback wordt. Sommige nummers zijn daardoor weinig opwindend en afsluiter “Always The Travel” sukkelt amechtig naar het einde. Dit is niettemin uiteindelijk een prima album, maar iets teveel het album dat je kon verwachten in plaats van een meesterwerk. Wie Gillan’s stem zelf fraai vindt valt zich hier geen buil aan, waardeer je Gillan toch vooral als deel van Deep Purple dan moet je je misschien een keer bedenken.
mij=E-A-R Music / V2